Akoestiek: lang een onderschat gegeven, maar steeds belangrijker
Het belang van akoestiek
“Wanneer de akoestiek in een gebouw goed is en er een prettig akoestisch klimaat heerst, heb je niets in de gaten”, zegt Maartje Daan, adviseur bouwfysica bij ingenieursbureau Sweco. “Dan hoort iedereen elkaar perfect. Ik vergelijk het graag met daglicht: je staat er misschien niet bij stil, maar het is toch prettig dat het er is.”
Ook associate professor bouwfysica Martin Tenpierik, verbonden aan de Technische Universiteit Delft en gespecialiseerd in akoestisch bouwen, bevestigt de stelling. “Zolang alles goed gaat, is er niets aan de hand: spreken en luisteren loopt dan op wieltjes. Maar wanneer de akoestiek slecht is, kost alles opeens veel meer moeite.”
Akoestische problemen
Elk soort ruimte kan te maken krijgen met een slechte akoestiek. “Als de zaalakoestiek ondermaats is in een open kantooromgeving, bestaat de kans dat er erg veel achtergrondgeluid ontstaat en het geluidsniveau te hoog wordt”, weet Martin Tenpierik. “Maar anderzijds kan ook een situatie met weinig achtergrondgeluid en een zeer goede spraakverstaanbaarheid in een kantoorsetting behoorlijk storend zijn.”
Klaslokalen, waar een goede zaalakoestiek ook van levensbelang is, kunnen te kampen krijgen met gelijkaardige uitdagingen. Maar scholen tellen natuurlijk verschillende soorten ruimtes. Maartje Daan: “In een gymzaal staan docenten vaak te schreeuwen. Wanneer deze een te hoge nagalmtijd hebben, schiet het geluidsniveau nog verder de hoogte in. Dan daalt de verstaanbaarheid en ondervinden de leerlingen meer last, wat uiteindelijk ook extra druk op de hersenen teweegbrengt.”
Gezondheidsrisico’s
Veel wetenschappelijke studies bevestigen dat geluidsoverlast inderdaad aanleiding kan geven tot allerlei gezondheidsrisico’s, vaak gelinkt aan stressklachten. In het kader van privéwoningen zijn ook slaapproblemen niet uitzonderlijk. Die zijn volgens Martin Tenpierik vooral te wijten aan externe geluidsbronnen en dus onder meer aan een gebrekkige isolatie.
Toch groeit in de woningbouw langzaamaan ook de aandacht voor binnenakoestiek. “We krijgen alleszins steeds vaker de vraag om de ruimteakoestiek in een woning te verbeteren”, zegt Maartje Daan.
Preventieve maatregelen
Dat er nog te vaak sprake is van een slechte akoestiek, zowel qua geluidsabsorptie als wat de geluidsisolatie betreft, heeft volgens beide experts ook meer fundamentele oorzaken. De akoestische uitdagingen worden vaak onvoldoende meegenomen in de ontwerpfase en het bouwproces. Ook de weinige wettelijke of privaatrechtelijke normen doen hier geen goed aan.
Gelukkig zien steeds meer architecten het belang van akoestisch comfort in en houden ze hier al aan de tekentafel rekening mee. Zo deed Kasper Verfaillie van Architectenbureau Verfaillie-Boucquet het ook bij het ontwerpen van het gloednieuwe gemeenschapscentrum in Koolskamp.
Aangename akoestiek creëren
Het nieuwe gemeenschapscentrum wordt de vaste stek van o.a. de judoclub, de lokale muziekharmonie en de kinderopvang. “In de architectuur kozen we voor een mooi contrast tussen ruw beton langs buiten en natuurlijk hout in de ruimtes”, vertelt architect Kasper Verfaillie. Elke vereniging krijgt z’n eigen stek waar akoestisch comfort een prominente rol speelt.
“We kozen bewust voor Usystem Roof DS Acoustic van Unilin Insulation als dakelement om een aangename omgeving te creëren. Daarbij is de combinatie van isolatie en binnenafwerking een groot pluspunt”, aldus Kasper Verfaillie. In de opvang en het fanfarelokaal zijn de dakelementen afgewerkt met geperforeerd dennenhout. Dat zorgt niet alleen voor een warme sfeer, het bevordert ook de akoestiek. Vrolijke kinderstemmetjes en grootse muziekstukken klinken hier op hun best!
Toenemende aandacht
Er zijn steeds meer architecten die in de voetsporen van Kasper Verfaillie treden en inzetten op een goede akoestiek. “Het is absoluut zo dat de aandacht voor akoestiek over het algemeen toeneemt”, eindigt Martin Tenpierik op een positieve noot. “Binnen het onderzoeksveld is dat trouwens eveneens het geval, het onderwerp is in de laatste twee decennia echt op de academische agenda komen te staan.”