Bungalowwoning op de grens tussen architectuur en natuur
Permanent vakantiehuis
Toen Tom deze bungalowwoning 17 jaar geleden kocht, was het een tijdelijk vakantiehuisje van een ouder koppel. Tom wou er een permanent vakantiehuis van maken met de mogelijkheid om er een gezin in onder te brengen. Binnenin kende de woning een typerende opdeling voor de jaren ‘1970. Daar maakte hij strategische openingen in en dichtte hij ruimtes een nieuwe functie toe. Zo werd de garage een slaapkamer. En door kinderkamers in de gerenoveerde zolderverdieping onder te brengen, ontstond er beneden meer vrije ruimte.
“In die eerste fase hebben we vooral binnen de grenzen van de bungalow gewerkt en openingen gecreëerd. We hebben zaken afgebroken, maar de liefde waarmee het gebouwd werd en de geest hebben we proberen bewaren. Enkel de materie hebben we veranderd. Zo is de structuur en de buitenschil gebleven, we hebben die gewoon een andere kleur gegeven. Alle bestaande ramen zijn behouden, ook als statement. Ik wou tonen dat je niets hoeft te veranderen aan de architectuur van je woning en toch een volledig nieuwe interieurbeleving kan creëren, een nieuwe dynamiek in je woning en een nieuwe relatie met de buitenomgeving kan krijgen.”
Een mooi voorbeeld daarvan is het raam in de leefruimte. Door een nis te maken, heb je een bijzondere connectie met buiten zonder dat je een groot schuifraam moet voorzien. De openingen die zijn gemaakt omwille van licht en perspectief zijn ook bewust niet tot aan de grond doorgetrokken. Door de opstapjes te bewaren, wordt een kader gecreëerd en grenzen op een subtiele manier afgebakend. Om zo weinig mogelijk ruimte te verliezen, kreeg de originele inkom een flexibele invulling als bureau of bespreekruimte en kwamen waar mogelijk kasten op maat.
Bekijk meer foto's van het project
Inzichten door doctoraat
Na die eerste verbouwing had Tom niet gedacht dat er nog een tweede zou volgen. De ommekeer werd tien jaar geleden ingezet onder invloed van zijn doctoraat.
“Daarvoor was ik oorspronkelijk op zoek naar nieuwe vormen van sacrale ruimtes. Het uitgangspunt was het probleem van leegstaande kerken en kloosters, maar anderzijds is er een maatschappelijke nood aan andere vormen van spiritualiteit en zingeving. In ruimtes die het louter functionele overstijgen en de zoekende mens kunnen helpen. Later heb ik die genereuze ruimtes genoemd. De inzichten en ervaringen die ik tijdens mijn doctoraat opdeed, wou ik toepassen in mijn eigen project. Een tweede reden is dat wij een nieuw samengesteld gezin vormen en ook moesten zoeken naar hoe best samen te leven. Wat wij als gezin meemaken, geldt breder voor de hele maatschappij. Ik wou beide verschalen en laten samenvallen. Een derde beweegreden tot slot is een heel persoonlijke. Ik vind dat ik heel veel geluk heb gehad en ben daar dankbaar voor. Ik ben gezond, heb kunnen studeren, kende een warme thuis, ben blank én man (lacht). Die basis dankbaarheid wou ik graag met andere mensen delen.”
Het doel van de tweede verbouwing was een genereuze ruimte te creëren die publiek inzetbaar was. In die tweede fase vouwde Tom de bungalow open met langere overdekkingen en buitenmuren en kwamen de betonnen vloeren erin. “De voor- en achterzone die zo ontstonden moesten ons toelaten om ons huis open te stellen naar de buurt, meer mensen te kunnen ontvangen en vooral om veel dichter bij de natuur te kunnen leven. Onder het mom van privacy sluiten we ons immers te vaak op en meten we onszelf angst aan voor alles en iedereen die niet tot ons gezin behoort. Dat geeft je een vals gevoel van vrijheid en je woning wordt een soort gevangenis. Terwijl ik onze woning nu eerder zie als een soort vrije tussenruimte tussen architectuur en natuur, tussen privé en publiek.”
Groene beton
Die grens opzoeken wordt ook vertaald in de materialisatie waarbij een hoofdrol is weggelegd voor groene beton. Van de open muur aan de straat die het begin markeert van een veilige tuinkamer tot de vloeren in en buiten de woning achteraan waar de overdekking beschermt tegen al te hevige regen en zon.
“Ik koos voor groen omdat het aanleunt bij de natuur. Tegelijkertijd is het door zijn rechthoekigheid en vormgeving wel degelijk architectuur. Dat zorgde voor plezante discussies met stedenbouw in hoeverre het als terras of als architectuur diende gecatalogeerd te worden. Voor ons zijn het kamers, weliswaar zonder ramen en soms zonder dak en verwarming, maar misschien ontbreekt het sommige mensen aan verbeelding om dat te zien. Ook de verzekeraar was het een raadsel. We vielen dus overal tussen de mazen van het net en dat was enerzijds ook de bedoeling. We zetten ons immers al te vaak vast in het binaire denken. Dat wou ik openbreken door mooie nuances te laten zien.”
Het toevoegen van kleur dateert ook uit de tweede fase, want na de eerste verbouwing was alles in het interieur zacht wit. Nu heb je groen in de passage van voor naar achter die de kleur van het beton benadert en de relatie met de natuur wil versterken. Het omgekeerde geldt voor de leefruimte die een meer introverte kamer is. Die kreeg een goudgele toets als een plek om je op te laden. Daarnaast voorzag Tom schuifwanden zodat de mogelijkheid bestaat om af te sluiten wanneer er gasten zijn. De buitengordijnen hebben hetzelfde effect en werken ook uitstekend als verkoelende buffer in de zomer. Ze maken ventilatie overbodig. Het slim inzetten van technieken en natuursystemen vormt een ander pleidooi uit zijn doctoraat.
Na de tweede verbouwing heeft dit nieuw samengesteld gezin met vijf leden een oppervlakte van ongeveer 160 vierkante meter ter beschikking.
“Als je bedenkt dat we onze woning zo vaak openstellen voor andere mensen, wonen we relatief klein. Maar dat deert ons niet. Voor ons voelt het als een weelde. Bovendien leven we voor meer dan de helft van het jaar buiten. Ons terras waar we een buitentoilet en -douche voorzien hebben, wordt dan letterlijk onze buitenslaapkamer. De buitengordijnen bieden ons de flexibiliteit af te schermen wanneer er bijvoorbeeld gasten zijn, maar liefst van al slapen we vrij, met zicht op de tuin en met het geluid van uilen en vogels. Enkel als het te koud of te vochtig wordt, verhuizen we naar binnen. Dat voelt altijd weer wat claustrofobisch aan.”
Woning als laboratorium
Behalve dichter bij de natuur leven, was het opzet van de tweede verbouwing een genereuze ruimte creëren voor anderen. Daarbij is iedereen welkom. De enige voorwaarde is dat het gaat om een verbindende activiteit. Bedrijven die willen werken aan een strategische visie, coachingsessies, writers in residence, buurtinitiatieven om vrijwilligers te bedanken, maar ook gezinnen komen langs om bepaalde rituelen te vieren en er zijn fundraisers voor een goed doel, filmavonden en concertjes.
“Hoewel het ons is aangeraden, vragen we geen huurprijs en stellen we geen contracten op. Zo lang gasten er rekening mee houden dat er een gezin woont en dat ze alles netjes achterlaten, is het voor ons voldoende. Generositeit gaat om het plezier van geven zonder voorwaarde of gevolg. En we merken dat door mensen vertrouwen en vrijheid te geven, ze net meer verantwoordelijkheid opnemen. Het gaat telkens om een andere vorm van samenleven, maar wij vinden het verrijkend. In het anderhalf jaar voor de lockdown hebben we meer dan duizendvijfhonderd mensen verwelkomd.”
Behalve zijn eigen woning realiseerden Tom en zijn team al een vijftigtal projecten rond genereuze ruimtes in kerken, kloosters en ziekenhuizen maar ook in heel andere contexten.
“Sommige daarvan zoals mijn eigen project zijn ook een bepaald statement geworden omdat ze een debat in gang zetten. Zonder het doctoraat zou dat niet het geval geweest zijn. Dan had ik ze veel individueler en intuïtiever benaderd en had ik van mijn eigen woning nooit een laboratorium gemaakt om inzichten te genereren en zaken uit te testen.”
Het is duidelijk dat Toms visie op wonen en leven veranderd is door zijn eigen project.
“Ik werk nu meer vanuit vertrouwen en zie opdrachtgevers als partners in het proces. Het heeft dus zowel de methodiek van ontwerpen als het type architectuur veranderd. Grenzen zijn er niet langer om mensen te beschermen maar net een kans om in dialoog te gaan en naar buiten te gaan. Ik streef nu naar zo weinig mogelijk architectuur. De uitdaging moet zijn om zo klein mogelijk te wonen en te schrappen wat overbodig is. Inbreiden in plaats van uitbreiden. De energiecrisis is, hoe raar ook, een zegen voor deze manier van denken. Wij verwarmen enkel een kleine centrale kern en leven zoveel mogelijk buiten. Inzichten over de buitenruimte dank ik ook aan mijn reizen naar India, Nepal en Congo. Het ligt hier aan de rand van een natuurgebied misschien meer voor de hand, maar het kan even goed bij een rijwoning in de stad. Uiteraard op een andere manier, maar het kan, zolang je de ‘eigen’ buitenruimte beschouwt als deel van de stad. Architectuur kan een debat op gang brengen. Dat was ook mijn betrachting met die tweede verbouwing en gelet op de aandacht en nominaties die dit project te beurt vielen, ben ik hoopvol voor de toekomst.”
Bekijk meer foto's van het project
Snel dit artikel gratis lezen?
Maak eenvoudig en gratis een account aan.
-
Lees elke maand een aantal plus-artikels gratis
-
Kies zelf welke artikels je wil lezen
-
Blijf op de hoogte via onze nieuwsbrief