De opmars van ETICS
Gevelafwerking kan op verschillende manieren. In het verleden was dat vaak een niet-geïsoleerd systeem dat eenvoudigweg bestond uit een cementering op het metselwerk. Gezien het toenemende belang van energetische prestaties is dat een systeem dat vandaag nog zelden wordt toegepast. Een andere oplossing is een geventileerd systeem dat opgebouwd is uit een lattenwerk op de gevel met houten of metalen platen als afwerking. Dit ‘bardage’-systeem is minder standaard en wordt eerder aangewend bij probleemgevallen, al dan niet in combinatie met isolatie tussen het lattenwerk. In plaats van een harde beplating (sidings of panelen) kan dat eventueel ook met pleisterplaten zonder isolatieplaat. Die platen kunnen dan bepleisterd worden of een afwerking met steenstrips of tegels krijgen. Ook dit systeem wordt tegenwoordig niet zo vaak meer toegepast.
Meer en meer mensen kiezen vandaag de dag voor ETICS. Standaard bestaat dit systeem uit verschillende componenten, die laag per laag én rechtstreeks op de gevel worden aangebracht. Deze componenten zijn een lijmlaag, isolatiemateriaal, een wapeningslaag met glasvezelbewapening, een hechtingsprimer en de eindlaag. Deze laatste kan een sierpleister of ‘crepi’ zijn, maar ook steenstrippen, verf, keramische tegels, enz.
Overigens hoeft men niet de hele gevel in hetzelfde materiaal af te werken. Er kunnen bijvoorbeeld visuele effecten worden gecreëerd met een combinatie van crepi en houtwerk. Het voordeel daarvan is dat het een gesloten systeem is, wat in dit geval betekent dat er geen bouwknopen of koudebruggen zijn. Alle sluit perfect op elkaar aan en vormt een performant buitengevelisolatiesysteem.
Wapeningslaag
Om van ETICS te kunnen spreken – en daar heerst momenteel links en rechts discussie over – is een wapeningslaag noodzakelijk. Het WTCB bijvoorbeeld heeft daar een afwijkende mening over, ook zonder die laag spreken zij van ETICS. Let wel, systemen zonder wapeningslaag zijn eveneens goedgekeurd, maar onder meer de leden van xthermo schatten de eventuele risico’s anders in. Een wapeningslaag zorgt er immers voor dat het systeem regendicht is, ook bij een afwerking met steenstrippen. Doorgaans oefent de sierpleister de beschermende functie uit, maar in geval van steenstrippen of tegels is die bescherming er niet. Het vocht kan dus nog altijd doordringen. BIJ ETICS neemt de wapeningslaag die functie over, vandaar dat een afwerking met strippenof tegels ook in dat geval regendicht is.
Het WTCB publiceerde in mei 2021 de Technische Voorlichting 257 ‘Bepleisteringen op buitenisolatie (ETICS)’, xthermo van zijn kant publiceerde eerder al het ‘Handboek ETICS’ met technische informatie voor nieuwbouw en na-isolatie. Het ‘Handboek’ is inmiddels aan de derde versie toe en is er destijds gekomen in afwachting van de TV 257 op initiatief van de ETICS systeemhouders die samen de Belgische federatie van fabrikanten van buitengevelisolatiesystemen (xthermo) vormen.
Eén systeemhouder
Hoever staat het vandaag met ETICS? Er is veel interesse vanuit de markt. Bovendien wordt ETICS door verschillende partijen, waaronder ook verzekeringen, sterk geadviseerd. In dit geval wordt geëist dat de aannemer geschoold is en dat is ook logisch. Het is immers de aannemer (schilder of stukadoor) die het hele systeem moet uitvoeren en ETICS vereist nu eenmaal dat alle stappen correct verlopen. Als je een ETCS-systeem installeert, kies je best voor een gesloten systeem en voor één systeemhouder. Alle onderdelen zijn dan perfect op elkaar afgestemd. Kies je voor het mengen van systemen, dan kan dat voor uitvoeringsproblemen zorgen en dat is natuurlijk geen goed idee. De leverancier zal in dat geval bij eventuele problemen niet tussenkomen. Kies je voor één leverancier, dan heb je wél de garantie dat het systeem 100% klopt.
Waarom ETICS? Wat is nu het grote voordeel?
Op zich zorgt ETICS voor een regendicht systeem – een jas voor het gebouw dus –, maar de winst op thermisch vlak is de hoofdzaak. De isolerende factor, uiteraard in combinatie met de esthetische voordelen, is dé troef, en al helemaal als je de huidige evolutie van de energieprijzen ziet. Crepi alleen is dan wel esthetisch, de isolerende effecten zijn nagenoeg verwaarloosbaar, het ‘oude systeem’ levert geen energetische winst op.
Wat zijn die ‘winsten’? Dat valt moeilijk in exacte cijfers of procenten uit te drukken. Veel hangt immers af van de dikte van ETICS (16 cm, 18 cm, 20 cm, …) en van de Lambda-waarde (λ) van de isolatieplaten. Deze geeft de warmtegeleidbaarheid van een materiaal en bijgevolg ook de isolerende waarde aan. De waarde wordt uitgedrukt in W/mK. Hoe hoger de waarde is, hoe beter de warmte geleid wordt en dus hoe minder goed het materiaal isoleert. Een goed isolerend isolatiemateriaal heeft bijvoorbeeld een λ-waarde van 0,032 W/mK.
EPS, PIR, PUR
Doorgaans wordt bij ETICS geïsoleerd met EPS-isolatie. ‘EPS’ (expanded polystyrene) is een witte of grijze kunststof die bestaat uit kleine polystyreen bolletjes die uitzetten (expanderen) tot schuimkorrels. Met behulp van stoom wordt dat blokvormig gemaakt. EPS isolatieplaten kunnen in verschillende dichtheden en gewichten. Ook PIR isolatie kan, maar dat is duurder en de markt is dan ook een stuk kleiner. PIR is de afkorting van polyisocyanuraat en is vooral bekend in de vorm van de geelwitte platen die een hoge isolatiewaarde hebben. Een dunne plaat geeft al een hoge isolatiewaarde. PUR (polyurethaan) is een budgetvriendelijker alternatief voor PIR. Het verschil schuilt vooral in de verhouding van de grondstoffen (PU of polyurethaan) en het productieproces, waardoor de fysicochemische verbinding in een PIR schuim intrinsiek sterker is. Hierdoor is er meer energie nodig om de verbinding te breken. Qua mechanische eigenschappen (bv. druksterkte) zijn beide types aan elkaar gewaagd.
R, Rd, Rc en λ
Die λ-waarde heeft men nodig om de R-waarde te kunnen berekenen. De λ-waarde geeft aan in hoeverre een isolatiemateriaal warmte doorlaat en gaat over het materiaal zelf. Het heeft dus niet direct te maken met hoe dik het wordt aangebracht. De R-waarde doet dat wel en geeft eenvoudig gezegd aan hoe goed het aangebrachte isolatiemateriaal isoleert. Hoe hoger de R-waarde hoe beter het materiaal isoleert. De R staat voor ‘resistance’ of ‘warmteweerstand’ en is afhankelijk van de λ-waarde, de dikte van het isolatiemateriaal (Rd) en de constructie met isolatie (Rc-waarde). Rd staat voor ‘Resistance declared’, of ‘Aangegeven warmteweerstand’ en is afhankelijk van de dikte van het isolatiemateriaal. De Rd wordt als volgt berekend: (dikte in centimeters / 100) / λ-waarde = Rd waarde. Rc staat voor ‘Resistance construction‘ of ‘Warmteweerstand van de constructie’ en geeft de isolatiewaarde aan van de constructie (muur, vloer of dak) inclusief het aangebrachte isolatiemateriaal. Het berekenen van de RC-waarde is geen eenvoudige klus, daarvoor doe je als vakman best beroep op een isolatiespecialist.
Rooilijndecreet
Een volgende vraag over ETICS brengt ons bij het rooilijndecreet. Hoe ver mag de buitengevelisolatie ‘uitsteken’? Volgens het rooilijndecreet is dat momenteel 14 cm, maar er gaan veel stemmen op om dat te verdubbelen tot 28 cm voorbij de rooilijn. In principe is dat geen probleem want ETICS is een hangend systeem, er is geen extra fundering of ‘sokkel’ voor nodig. Er moet wel een aanvraag gedaan worden bij de gemeente, maar dat is doorgaans een formaliteit. Men wil veel zuiniger omspringen met energie, daarom is het belangrijk dat alle woningen energiezuinig worden. Vlaanderen bijvoorbeeld wil dat tegen 2050 elke woning energiezuinig wordt gemaakt en lanceerde daartoe het Renovatiepact. Om energiezuinig te worden, moet je vanzelfsprekend de kans daartoe krijgen, het zou dan ook ‘raar’ zijn mocht een doeltreffend systeem zoals ETICS door de gemeente geweigerd worden.
Luchtspouw
Wat met muren met een luchtspouw zoals veel oude gebouwen vandaag nog hebben? Dat blijkt niet zo eenvoudig. Met het oog op isolatie moet de luchtspouw luchtdicht worden gemaakt. Vaak is dat het voorwerp van een zogenaamde ‘ingrijpende energetische renovatie’. Enkel-steense muren kunnen op een relatief eenvoudige manier geïsoleerd worden, bij dubbele muren is dat een stuk lastiger. Men moet maken dat er geen enkele koudebrug mogelijk is. Moet je de luchtspouw ook opvullen in geval van een energetische renovatie met ETICS? Onderzoek wees uit dat de luchtspouw in een spouwmuur niet moet nagevuld worden op voorwaarde dat eventuele luchtstromingen in de spouw vermeden worden. Deze stromingen hypothekeren immers de verwachte isolerende werking van het isolatiesysteem. De bouwheer heeft er dus alle belang bij dit aspect te laten onderzoeken en eventuele ingrepen te laten uitvoeren. Ingrepen kunnen bestaan uit het opvullen van openingen zoals open stootvoegen of het strookgewijs afdichten van de spouw met samendrukbare isolatie (bv. glaswol) of PU-spuitschuim daar waar deze toegankelijk is (bv. via zolderruimte).
Besluit
ETICS zorgen niet alleen voor een energetische winst op korte termijn. Het is zonder meer de beste investering. Niet alleen de energiefactuur daalt, op langere termijn stijgt ook de waarde van het gebouw aanzienlijk. De isolatiewaarde is allesbepalend voor de totale waarde van een woning en dat belang zal alleen maar toenemen. En dan is er ook nog het gebruikscomfort: wonen in een goed geïsoleerde woning is erg aangenaam. Zelfs bij lagere temperaturen is het gevoel in de binnenruimtes altijd behaaglijk.
Snel dit artikel gratis lezen?
Maak eenvoudig en gratis een account aan.
-
Lees elke maand een aantal plus-artikels gratis
-
Kies zelf welke artikels je wil lezen
-
Blijf op de hoogte via onze nieuwsbrief