Er moeten ruim drie keer zoveel renovaties per uur uitgevoerd worden als nu het geval is
Het BEN-gebouwenpark 2050 kadert binnen de klimaatstrategie, die weergeeft hoe we in België werk willen maken van de transitie naar een klimaatneutrale wereld. De EU-leiders verbonden zich er onder meer toe om de uitstoot van broeikasgassen in de Europese Unie tegen 2050 te verminderen met 80-95% ten opzichte van 1990, zodat de globale temperatuurstijging beneden de 2% blijft. Eén van de belangrijkste sectoren waar België op inzet om deze klimaatdoelstelling te behalen, is de bouwsector.
Gebouwen zijn immers verantwoordelijk voor maar liefst 36% van de totale CO2-uitstoot. Van de bijna 5 miljoen gebouwen in België voldoet momenteel minder dan 5% aan de 2050-doelstelling. De drie decennia die ons nog resten om alle andere gebouwen aan te pakken, is in bouwtermen een relatief korte periode. We zullen in een snel tempo heel wat gebouwen moeten renoveren of slopen en heropbouwen.
Project Klimaatneutraal Bouwen
Om meer inzicht te krijgen in wat er nodig is om een BEN-gebouwenpark te kunnen realiseren, lanceerde de Belgische federatie voor technologiebedrijven Agoria in 2018 het project ‘Klimaatneutraal Bouwen’.
Agoria verenigt bedrijven en organisaties die met technologische innovaties vooruitgang in de wereld nastreven. De transitie naar een duurzame wereld valt hier uiteraard onder. De organisatie staat deze bedrijven met raad en daad bij in hun business development en in de creatie van een optimaal ondernemingsklimaat. Momenteel wordt er met het project ingezoomd op de renovatie van bestaande gebouwen.
“De huidige renovatiegraad is momenteel minder dan 1%, terwijl voor het realiseren van de 2050-deadline eerder een renovatiegraad van meer dan 3% nodig is. We moeten de renovatiegraad dus op een haalbare manier verhogen; zowel de bouwsector als de samenleving moeten in staat zijn om de gevraagde bouwactiviteiten uit te voeren. Het is nog maar de vraag of de capaciteit van de bouwsector voldoende is om de benodigde arbeid ook daadwerkelijk te leveren. Op zijn minst moet er gezocht worden naar manieren om de werkzaamheden op te schalen”, vertelt Charlotte van de Water. Charlotte is projectmanager en expert inzake energie- en klimaatbeleid.
Op welke manieren zetten we de transitie in naar een klimaatneutraal gebouwenpark?
“Klimaatneutrale gebouwen kun je bereiken door op 3 pistes in te zetten:
- Je kunt investeren in efficiëntere verwarmings- en koelingstoestellen, die minder energie verbruiken.
- Daarnaast kun je inzetten op hernieuwbare energie,
- Maar in de eerste plaats dien je te zorgen voor een gebouwschil die de warmteverliezen en -winsten beperkt zodat de vraag naar bijkomende warmte of koeling minimaal is."
"Het schrijnwerk is een belangrijk element in deze gebouwschil. Bij woningen die na 1990 gebouwd werden, is de schil meestal voldoende performant en kan er beter worden ingezet op innovatieve technieken en hernieuwbare energie. Bij woningen die vóór 1990 gebouwd werden, is vaker een totaalrenovatie nodig, inclusief renovatie of vervanging van het schrijnwerk. Een goede ventilatie mag hierbij niet ontbreken zodat er op termijn geen vochtproblemen ontstaan. We merken dat het hier in de praktijk wel eens fout loopt.”
Lees ook
Er moeten de komende jaren dus enorm veel woningen gerenoveerd worden. In een recente studie stelden jullie echter vast dat er nog heel wat drempels zijn?
“Woningen zijn met bijna tachtig procent veruit de grootste veroorzaker van de broeikasgasemissies van gebouwen, maar een klimaatrenovatie laten uitvoeren, is niet evident. Johan Albrecht, professor en doctor in de economie aan de UGent, onderzocht op onze vraag wat de financiële barrières zijn. De studieresultaten tonen aan dat zo’n veertig tot vijftig procent van de huidige eigenaars niet de financiële middelen heeft om zijn woning klimaatcompatibel te maken. Een doelgroepgerichte beleidsaanpak en ervoor zorgen dat klimaatneutraal wonen wordt beloond, zien wij dan ook als belangrijke succesfactoren."
"We hebben daarnaast geleerd dat het belangrijk is om altijd te wijzen op klimaatneutraliteit én comfort. Mensen zijn vaak niet erg gemotiveerd om te investeren in een klimaatrenovatie omdat de terugverdientijd durft tegenvallen. Anderzijds zien we dat mensen wel bereid zijn om heel wat te betalen voor ingrepen die hun comfort merkelijk verhogen. Bij een investering in een nieuwe keuken of badkamer speelt de terugverdientijd geen enkele rol. We moeten er dus zeker voor zorgen dat mensen beseffen in welke mate een klimaatrenovatie ook hun comfort verhoogt.”
Jullie verwachten dat de coronapandemie wel eens een positieve impact op dit bewustzijn kan hebben?
“In kantoorgebouwen is het binnenklimaat doorgaans erg goed omdat er heel wat normen en regels van kracht zijn. We vonden dit vanzelfsprekend, maar na een jaar thuiswerken denken we er misschien anders over. Heel wat thuiswerkers investeerden in eerste instantie in een goed bureau en een ergonomische bureaustoel om hun comfort te verhogen, maar als je acht uur in een slecht geventileerde of tochtige ruimte achter een pc zit, besef je pas hoeveel comfort een goed binnenklimaat je oplevert. De winterprik van februari, die de energiefactuur flink de hoogte injoeg, zal ook wel wat mensen hebben wakker geschud."
"Voor Belgen, die vastgoed toch vaak als een veilige investering zien, is het daarnaast goed om te beseffen dat een niet-klimaatneutrale woning in de toekomst minder waard zal zijn dan een klimaatneutrale woning. Het loont dus zeker om de investering te doen als je er de middelen voor hebt of kunt vinden.”
Een gebrek aan kennis is een andere belangrijke barrière voor het uitvoeren van energetische renovaties?
“Iedere woningeigenaar zou eigenlijk een renovatieplan moeten laten opstellen, zodat hij weet welke stappen hij kan en moet zetten om zijn woning klimaatneutraal te maken. Vandaag reageren we nog te vaak reactief en denken we te weinig op gebouwniveau. Als de verwarming bijvoorbeeld stukgaat, laten we zo snel mogelijk een nieuwe plaatsen terwijl er misschien ook andere mogelijkheden waren die ons dichter bij een klimaatneutrale woning hadden gebracht. Als een dergelijk plan er niet is, gaat er een mooie kans voorbij. Wanneer iemand je opbelt voor nieuwe ramen, kun je als vakman de reflex ontwikkelen om meteen te vragen hoe het kadert in zijn renovatieplan. Is er nog geen plan, dan kun je hem naar de juiste instanties doorverwijzen voor verder advies. Het biedt ook ruimte voor mond-tot-mondreclame, wat in de sector toch belangrijk is. Er is nood aan een ruimer perspectief en meer samenwerking. ”
Voor welke uitdagingen staat de sector wanneer de renovatiegolf volop op gang komt?
“De bouwtechnologie is er, ik zie vooral uitdagingen op organisatorisch vlak. De werkzaamheden moeten zeker opgeschaald worden om voldoende woningen te kunnen renoveren. Seriebouw leent zich daar beter toe, maar dat komt in België relatief weinig voor. Bij een renovatie zijn heel wat partijen en firma’s betrokken. Als alle onderaannemers ongecoördineerd de baan opgaan, ontstaan er heel wat logistieke uitdagingen. Er zijn ook sociale implicaties."
"Stel dat we bijvoorbeeld een volledig appartementsgebouw in één beweging ingrijpend energetisch renoveren, dan moeten alle bewoners op hetzelfde moment elders onderdak krijgen. Het klinkt misschien allemaal wat banaal, maar wanneer het aantal renovaties toeneemt, zullen we op grenzen botsen. We moeten hier nu over nadenken. Momenteel bekijkt men bijvoorbeeld of collectieve renovaties op wijkniveau een optie zijn. We moeten met de betrokken bouwsectoren nagaan hoe er anders (samen)gewerkt kan worden en hoe de noodzakelijke opschaling vorm kan krijgen.”
Biedt klimaatneutraal bouwen ook kansen voor de sector?
“Er zijn maar weinig sectoren waarvan men nu al weet dat er de komende dertig jaar meer dan voldoende werk in zal zijn. Als bedrijf moet je wel uitzoeken hoe je zo goed mogelijk kunt inspelen op de veranderende markt. Het beleidskader zal de komende jaren een enorme impact op de markt hebben. De overheid zal in eerste instantie renovaties van sociale woningen, overheidsgebouwen en private woningen stimuleren. Door het beleid te analyseren, kom je te weten waar het grootste marktpotentieel zit."
"Vervolgens kun je bekijken hoe je hier met innovaties optimaal op kunt inspelen. Ook op de door de overheid ontwikkelde energieprestatiemethodiek en renovatieadviezen kun je invloed uitoefenen, op voorwaarde dat je objectief kunt onderbouwen in welke mate jouw oplossing of technologie een positieve impact heeft op de energetische, klimatologische of comfortprestaties van het gebouw. Zo vergroot je de kans dat jouw oplossing wordt geselecteerd, wanneer verbouwers keuzes moeten maken. De overheid weet ook niet altijd hoe ver het precies staat met bepaalde innovaties. Die input mag echt proactief uit de sector komen. Wij ondersteunen onze leden hierbij en bekijken samen met hen hoe ze hun businessdevelopment op het beleidskader kunnen afstemmen.”
Er komt de komende jaren heel wat op de bouwprofessional af?
“Klimaatneutraliteit, circulaire economie, … er zijn heel wat ingrijpende maatschappelijke vraagstukken die een impact op zijn werk zullen hebben, zonder dat ze tot zijn kernactiviteiten behoren. De sector moet in de eerste plaats schrijnwerk produceren en plaatsen en daarin innovaties doorvoeren. Bedrijven zijn het niet gewoon om een beleidskader te analyseren en daar hun innovaties op af te stemmen. Je kunt je daarbij laten ondersteunen door externe studiebureaus of organisaties als de onze, of je kunt de expertise in eigen huis beginnen opbouwen."
"De investering is sowieso zinvol; deze thema’s gaan nergens heen en zullen nog decennialang een impact hebben op je bedrijfsvoering. Het voordeel is wel dat de vragen heel duidelijk zijn. Neem nu de noodzakelijke opschaling van de renovaties, als je daar een goed antwoord op weet te bieden, wordt het sowieso door de markt opgepikt. Er zijn dus heel wat uitdagingen, maar minstens evenveel kansen.”