Herwerkt EPBD streeft naar CO₂-emissievrij gebouwenpark
EPBD in Vlaanderen
In 2050 wil de Europese Commissie een CO₂-emissievrij gebouwenpark bekomen. Het aanscherpen en uitbreiden van de EPBD geeft hier een concrete invulling aan. Het goedgekeurde voorstel focust op deze aspecten:
- Opkrikken van energetische renovaties, met tussentijdse minimumeisen aan het EPC bij verkoop en verhuur in 2030 en 2040 en met label A als gemiddelde 2050-doel voor heel het gebouwenpark.
- Graduele verplichting tot CO₂-doorrekening van gebouwen over de volledige levenscyclus, beginnende bij nieuwe overheidsgebouwen.
- Tegen 2050 zal de BEN- een EN-standaard worden, met een volledige uitfasering van fossiele brandstoffen tegen 2040.
- Verdere digitalisatie en elektrificatie in de bouwsector: (renovatie)paspoorten, koppeling nationale EPC-databank aan een Europese databank, ontwikkeling van een SRI of ‘Smart Readiness Indicator’ en bijkomende infrastructuur voor duurzame mobiliteit.
- Uitgebreide financieringsmodellen met focus op kwetsbare huishoudens.
Principes van EPBD
-
Energie-efficiëntie eerst
Voor renovatieprojecten haalt de EPBD het principe van ‘energie-efficiëntie eerst’ aan. In het verstrengde renovatiebeleid wordt de nadruk gelegd op het terugdringen van de verbruiks- of operationele energie en wordt verder geen uitspraak gedaan over de bijhorende productie-impact. Dit is ook sterk weerspiegeld in de Vlaamse energieprestatieregelgeving. Door deze beperkte lens wordt de komende jaren aangestuurd op het ingrijpend renoveren van ongeveer 92% van het gebouwpark, waarmee we ook in Vlaanderen het grote probleem van grondstoffenschaarste en -toxiciteit met de huidige beleidsvoering (overheidssubsidies, fiscale voordelen) dreigen te verergeren. Zo lopen we het risico de verhoopte CO₂-reductie aan één kant te koppelen aan een exponentiële CO₂-toename aan de materiaalzijde (isolatiemateriaal, buitenschrijnwerk, nieuwe geveldichtingen, technieken voor binnenluchtkwaliteit, …). Simultaan wordt wel gewerkt aan regelgeving rond het verbod op hergebruik en recyclage van toxische grondstoffen en de verplichting tot de gescheiden afvoer ervan.
-
Focus op koolstof
De EPBD-herziening omvat een zeer belangrijke toevoeging: de (graduele) verplichting van een CO₂-doorrekening voor nieuwe gebouwen. In sommige literatuur wordt echter opgemerkt dat Europa zich te enkelzijdig toespitst op CO₂-reductie. Een brede visie op duurzaamheid heeft immers ook aandacht voor biodiversiteitsverlies, armoede, gezondheid, water- en luchtkwaliteit, overconsumptie, ongelijkheid, ecotoxiciteit, … Vlaanderen probeert hier wel al op te anticiperen. In bijvoorbeeld GRO en de TOTEM-tool zitten andere milieu-indicatoren verwerkt. Toch kijken ook de Vlaamse beleidsmakers in de eerste plaats naar de CO₂-vereisten die Europa oplegt, omdat de bouwsector op dat vlak een bewezen buitenproportioneel vervuilende rol speelt, terwijl dit bij andere indicatoren nog niet wetenschappelijk vastgesteld is.
-
Geleidelijke transitie met minimumvereisten
“Met minimale standaarden zullen de slechtst scorende gebouwen geleidelijk aan uitgefaseerd raken (…)”. Daarmee opteert Europa (en ook Vlaanderen) duidelijk voor een geleidelijk verstrengingspad met tussentijdse mijlpalen. De intentie is om de betaalbaarheid te garanderen door de markt de kans te geven zich geleidelijk aan om te vormen. Tegelijkertijd worden financieringsmodellen op basis van de minimumvereisten gestimuleerd. De huidige trend waarin de marktwaarde van investeringsprojecten sterk gekoppeld is aan de vigerende minimale energieprestatie-eis, zal zich in de komende jaren dus niet alleen verderzetten. Ze zal onderhevig zijn aan steeds snellere verandering omwille van aangescherpte en nieuwe energieprestatie-criteria.
-
Digitalisatie en 'big data'-verzameling
Zowel de bouwsector als het gebouwenpark zelf moet in sneltempo klaargestoomd worden voor datacaptatie en -uitwisseling op grote schaal (digitale paspoorten, slimme technieken, …). Digitalisatie moet leiden tot meer automatisering. Het werken in BIM, een gebundelde datacontainer van alle relevante informatie over een project, wordt vaak vooropgesteld als de ideale manier om deze digitale droom te realiseren, al voorziet Europa voorlopig geen verplichting om te werken met BIM.
Volledig bindend
Een door het Europees Parlement aangenomen voorstel is volledig bindend voor alle lidstaten vanaf de gedefinieerde ingangsdatum. De ingangsdatum van deze EPBD-herziening is nog niet bepaald – hierover en over de inhoud wordt gestemd in april 2024. De volgende herziening is voorzien in 2028. In richtlijnen worden een aantal eindresultaten gedefinieerd die gehaald moeten worden, maar lidstaten krijgen ruimte om te bepalen hoe ze die resultaten zullen halen. Aan iedere richtlijn wordt een datum gekoppeld waarop de federale wetgeving van de lidstaten aangepast moet zijn.