Hout, aluminium of PVC: welk materiaal is het meest geschikt voor duurzaam schrijnwerk?
Eerst moeten we even uitklaren wat duurzaamheid precies betekent, want rond het begrip ontstond wat verwarring.
“Het staat niet gelijk aan een lange levensduur”, vertellen Wai Chung Lam en Carolin Spirinckx, respectievelijk onderzoeker duurzaam wonen en bouwen en project manager Sustainable Built Environment.
“In het Engels is het duidelijker, daar maken ze het onderscheid tussen ‘sustainability’ en ‘durability’. Een lange levensduur kan een positief effect hebben op de duurzaamheid, maar het valt er zeker niet mee samen. Duurzaamheid draait om drie pijlers: een ecologische, een economische en een sociale.”
Een duurzaam materiaal, product of gebouw is er dus eentje waar zowel mens, economie als milieu beter van worden, maar hoe breng je dat precies in kaart?
“Duurzaamheid kun je alleen goed kwantificeren als je de totale levenscyclus in overweging neemt, van wieg tot graf. Anders ben je appels met peren aan het vergelijken. Je moet dit bovendien vanuit de drie verschillende invalshoeken doen. Je onderzoekt de levenscyclus niet alleen met je ecologische bril op, maar ook met je economische en sociale bril op. Je onderzoekt binnen elke fase van de productlevenscyclus wat de ecologische, economische en sociale impact is. Een grondstof importeren uit China kan economisch gezien interessant zijn, maar het transport heeft een negatieve impact op het milieu. Stel dat het onder erbarmelijke arbeidsomstandigheden wordt geproduceerd, scoor je ook op sociaal vlak slecht."
Optimale milieuprestaties met TOTEM
Bij een levenscyclusanalyse (ook wel afgekort als LCA) moet er dus heel wat in kaart gebracht worden. Een tool met een transparante methodologie als TOTEM helpt daarbij. TOTEM staat voor ‘Tool to Optimise the Total Environmental Impact of Materials’ en werd op initiatief van OVAM ontwikkeld door de drie gewesten, in samenwerking met universiteiten, studiebureaus en stakeholders uit de sector. Hoewel de tool momenteel nog niet door iedereen gekend is, zal dat niet lang op zich laten wachten.
“Net zoals er vandaag al energieprestatie-eisen zijn, zullen er in de toekomst eisen gesteld worden op vlak van de milieu-impact van de gebruikte materialen. Dankzij de energieprestatie-eisen daalde het energieverbruik van gebouwen tijdens hun gebruiksfase al sterk, maar bij de bouw of renovatie worden vandaag aanzienlijk meer materialen (bv. isolatiematerialen) en technieken (bv. zonnepanelen en warmtepompen) gebruikt. De relatieve milieu-impact van de gebruikte materialen en geïnstalleerde technieken neemt dus toe. Het is daarom nodig om breder te gaan kijken, namelijk naar de milieu-impact gedurende de hele levenscyclus van het gebouw en niet enkel naar het energieverbruik tijdens de gebruiksfase.”
Architecten en ontwerpers kunnen TOTEM gebruiken als creatieve tool om, zowel bij renovaties als nieuwbouw, na te gaan hoe ze de milieu-impact van gebouwen of gebouwelementen kunnen reduceren. De tool is ook relevant voor producenten van bouwmaterialen, die ermee kunnen nagaan hoe goed hun oplossing vandaag presteert en waarop ze kunnen inzetten om het milieuprofiel nog te verbeteren. Deze evoluties zullen uiteindelijk ook een aanzienlijke impact hebben op jouw werkzaamheden als schrijnwerker. De manier waarop het schrijnwerk geconstrueerd en geplaatst wordt, zal moeten worden aangepast.
De levenscyclus van ramen en deuren
Om een beeld te schetsen van de milieu-impact die buitenschrijnwerk met zich meebrengt, loodsen Wai Chung Lam en Carolin Spirinckx ons door de verschillende levenscyclusfasen en halen ze telkens enkele aandachtspunten aan.
Tip: levenscyclusdenken biedt een goed kader om je eigen bedrijfsvoering tegen het licht te houden. Waar in je proces zitten grote milieu-impacts? Welke stappen kan je zetten om duurzamer te ondernemen?
Grondstoffen
De milieu-impact van het verwerven van de ruwe grondstoffen, waaruit de materialen zijn samengesteld, worden in kaart gebracht. Bij houten schrijnwerk is de grondstof hernieuwbaar, terwijl de ertsen die nodig zijn voor de productie van aluminium en de fossiele grondstoffen waarvan kunststof wordt gemaakt, eindig zijn. Aan de andere kant kan hout tot relatief meer impacts leiden op vlak van bijvoorbeeld biodiversiteit of vermesting. Vandaag heeft ook de mate waarin er gerecycleerde grondstoffen gebruikt worden voor de productie van nieuwe profielen, een impact.
Transport naar de productiesite
Kun je de grondstoffen lokaal ontginnen of moet je ze importeren? Het transport kan uiteraard een aanzienlijke milieu-impact hebben.
Productie
Hoeveel energie is er nodig om de ruwe grondstoffen in het eindproduct om te zetten? Wordt er gebruik gemaakt van hernieuwbare energie? Hoeveel CO2-uitstoot en andere emissies worden er tijdens het productieproces gegenereerd en hoeveel afval komt erbij kijken? Dit zijn enkele aspecten die tijdens deze fase in rekening worden gebracht.
Transport naar de werf
Er wordt rekening gehouden met het transport naar de constructeur en de werf. Bij lichtere materialen zal de milieu-impact beperkter zijn. Uiteraard speelt ook de afstand en het vervoersmiddel – wegtransport versus goederentransport over water – een belangrijke rol.
Constructie
Welke milieu-impact wordt er tijdens de installatie op de werf gegenereerd? Er wordt ook gekeken naar de milieu-impact van eventuele hulpmaterialen, die nodig zijn om het schrijnwerk te monteren en op de andere gevelelementen te doen aansluiten. De manier waarop ramen en deuren gemonteerd worden, zal een groot effect hebben op de afbraak later in de cyclus. Hier heb je als schrijnwerker een duidelijke invloed op de duurzaamheid van het schrijnwerk.
Gebruiksfase
Om in kaart te brengen in welke mate het schrijnwerkelement bijdraagt aan de energieprestaties van het gebouw wordt er naar de U-waarde gekeken. Bij een levenscyclusanalyse houden we ook rekening met de mate waarin er tijdens deze fase onderhoud nodig is. De milieu-impact van onderhouds- en afwerkingsproducten wordt meegenomen in de berekeningen. Biologische producten hebben een andere impact dan chemische producten, al is de impact van biologische producten niet noodzakelijk lager.
Afbraak
De mate waarin het bouwelement zich leent tot circulair bouwen of urban mining heeft een impact op de berekening. Kan het gemakkelijk ontmanteld en hergebruikt worden? De materialen die gebruikt werden om het schrijnwerk te doen aansluiten op de rest van de gevel, zoals lijmen, kitten of tapes, zijn nu heel bepalend.
Verwerking einde levensduur
Kunnen de ramen en deuren gerecycleerd worden? Moeten er eerst bepaalde componenten verwijderd worden? Ook het transport naar een verwerker, verbrandingsoven of stort wordt in rekening gebracht.
Hout, pvc of aluminium: wie wint?
Met TOTEM kun je bekijken welk materiaal je best gebruikt voor de constructie van gebouwelementen zoals het schrijnwerk, om een zo laag mogelijke milieu-impact te genereren over de totale levenscyclus. TOTEM houdt rekening met de functionele en technische vereisten die voor dat specifieke gebouw of gebouwelement van tel zijn, denk daarbij aan eisen op vlak van thermische prestaties. Een materiaal dat voor één project als beste keuze uit de bus komt, is niet noodzakelijk ook de beste optie voor een ander project.
Vandaar dat de vraag welk materiaal nu de meest duurzame keuze is voor schrijnwerk, nooit eenduidig beantwoord kan worden.
“Als je de hele levenscyclus in beschouwing neemt, moeten wij op basis van de onderzoeken die we al uitvoerden, besluiten dat er op dit moment geen duidelijke winnaar is, maar ook geen verliezer”.
Het is een genuanceerd verhaal:
- Als hernieuwbaar materiaal heeft hout een streepje voor als je de uitputting van fossiele grondstoffen wilt tegengaan. Bouwen met hout kan bovendien de klimaatverandering helpen afremmen. Houten bouwelementen houden de CO2 die de boom absorbeerde nog lange tijd vast. Het hout doet op die manier dienst als bijkomende CO2-opslagplaats. Het kan vrij gemakkelijk hergebruikt of gerecycleerd worden. Anderzijds vragen houten ramen en deuren meer onderhoud dan ramen en deuren in aluminium of pvc, en de bijhorende milieu-impact van de onderhoudsproducten mag niet onderschat worden.
- De primaire productie van aluminium is erg milieubelastend, maar de lange levensduur is dan weer een positief gegeven. Het kan ook heel vaak gerecycleerd worden met waardebehoud, al vraagt dat proces wel een aanzienlijke hoeveelheid energie.
- Met zijn lichte gewicht genereert pvc lagere milieu-impacts tijdens het transport. Het is ook een erg kostenefficiënt materiaal. We mogen niet vergeten dat duurzaamheid ook een economische peiler omvat. Aan de andere kant weegt de uitputting van de fossiele grondstoffen negatief door. De additieven die aan het materiaal worden toegevoegd om de stabiliteit te verhogen, hadden ook een grote milieu-impact, maar op dat vlak zijn er al heel wat stappen gezet. De sector zet steeds meer in op circulariteit en recyclage, maar heeft nog heel wat uitdagingen te overwinnen.”
3 mythes doorprikt
Een levenscyclusanalyse laat tot slot ook toe om enkele hardnekkige mythes voor eens en altijd te doorprikken:
Mythe 1: "Hernieuwbaar is altijd beter"
“Hernieuwbare grondstoffen zijn zeker beter als je doelstelling het afremmen van de klimaatverandering is. Hout kan bijvoorbeeld een belangrijke rol spelen in het terugdringen van de broeikasgasemissies. Ook wanneer je de uitputting van fossiele grondstoffen wilt tegengaan, zijn hernieuwbare materialen een goede keuze. Leg je echter de klemtoon op het behoud van de biodiversiteit of het tegengaan van vermesting, dan is een hernieuwbare grondstof niet altijd de beste optie. Het is geen zwart-witverhaal en het is dan aan de beslissingsnemer om te bepalen wat voor hem het meest doorweegt. Het is belangrijk om je bewust te zijn van het hele ecologische plaatje zodat je door één probleem op te lossen niet onbewust meer nieuwe problemen creëert.”
Mythe 2: "Recyclage is altijd beter"
Ook hier plaatsen Wai Chung Lam en Carolin Spirinckx een paar belangrijke kanttekeningen bij. “Als recyclage heel veel energie vergt, kun je jezelf afvragen of het wel de beste piste is. Het smelten van aluminium om het weer in de kring te brengen, is bijvoorbeeld energie-intensief. Het transport naar een verafgelegen recyclagefabriek kan ook een dusdanig hoge milieu-impact hebben zodanig dat verbranding met energierecuperatie een betere oplossing wordt. Opnieuw moet je het hele plaatje in kaart brengen om een kosten-batenanalyse te kunnen maken. Daarnaast zorgt recyclage vaak voor ‘downcycling’ waar het zinvoller zou zijn om aan upcycling te doen, zodat materialen hun waarde behouden. Een houten raamkader dat gerecycleerd werd tot een OSB-plaat kon misschien ook tot een nieuw raamkader herwerkt worden?”
Mythe 3: "Een lagere investeringskost is altijd beter"
“Misschien moet je vandaag wat meer investeren”, zeggen de onderzoekers, “maar ben je op het einde van de rit toch goedkoper af.” Denken in termen van levenscyclus is dus niet alleen vanuit ecologisch, maar evengoed vanuit economisch perspectief relevant.
“Misschien moet een bouwer of verbouwer vandaag iets meer investeren in zijn schrijnwerk zodat het minder onderhoud vergt, een langere levensduur heeft en aan het einde van de gebruiksfase elders hergebruikt kan worden. Het bedrag dat hij over de ganse levensduur uitspaart, kan hoger zijn dan de initiële meerkosten van de investering. Ook banken beginnen dit langetermijndenken te omarmen wanneer ze leningen uitkeren.”
Snel dit artikel gratis lezen?
Maak eenvoudig en gratis een account aan.
-
Lees elke maand een aantal plus-artikels gratis
-
Kies zelf welke artikels je wil lezen
-
Blijf op de hoogte via onze nieuwsbrief