Moeten we houten steden bouwen om het klimaat te redden?
Met deze studie wilde het Potsdam Institute for Climate Impact Research nagaan wat de impact zou zijn van een grootschalige transitie naar houten steden. Waarom?
"Meer dan de helft van de wereldbevolking woont momenteel in steden en tegen 2100 zal dit aandeel nog aanzienlijk toenemen. Dat betekent dat er meer huizen zullen worden gebouwd met staal en beton en die materialen hebben een grote ecologische voetafdruk", zei Abhijeet Mishra, wetenschapper van het PIK en de hoofdauteur van de studie. "Maar we hebben een alternatief: we kunnen de nieuwe stedelijke bevolking huisvesten in middelhoge gebouwen - vier tot twaalf verdiepingen - gemaakt van hout."
De onderzoekers analyseerden vier verschillende scenario’s:
- business as usual waarbij geen houten woningen voor de nieuwe stadsbewoners worden gebouwd,
- een scenario waarbij 10% van hen in houten gebouwen zal wonen
- eentje waarbij 50% van de nieuwe stadsbewoners in houten gebouwen zal wonen en
- een scenario waarbij dat percentage oploopt tot 90%
Om die houten gebouwen op te trekken, is er natuurlijk heel wat hout nodig. Daarom onderzochten ze ook hoe aan die extra vraag zou kunnen voldaan worden en wat de gevolgen kunnen zijn voor de directe en indirecte CO2-uitstoot door het veranderde landgebruik.
Meer dan 100 gigaton CO2-uitstoot vermeden
Het onderzoek wees uit dat we een enorme hoeveelheid CO2-uitstoot kunnen vermijden wanneer 90% van de nieuwe stadsbewoners in houten gebouwen gaat wonen.
"Tegen 2100 zou zo meer dan 100 gigaton aan extra CO2-uitstoot kunnen bespaard worden, gelijk aan 10 procent van het resterende koolstofbudget voor de doelstelling van 2 graden Celsius”, zei Mishra. De doelstelling om de opwarming van de aarde te beperken tot maximaal 2 graden is afgesproken eind 2015 op de Klimaatconferentie van Parijs.
Hout is immers een hernieuwbare hulpbron die de laagste klimaatimpact heeft van alle bouwmaterialen, omdat de bomen CO2 uit de atmosfeer opnemen om te groeien. Die CO2 wordt opgeslagen in het gebruikte hout, waardoor houten steden in feite 'carbon sinks' – of koolstof opslagplaatsen – worden. Mede-auteur Galina Churkina voegt er wel een kritische noot aan toe. “Om van deze strategie een succes te maken moet het vergroten van de koolstofopslag in steden gelijk op lopen met die van de ecosystemen op het land. Bossen moeten na de oogst weer aangroeien en ten minste evenveel koolstof opslaan als voorheen. De levensduur van houten gebouwen moet ten minste even lang zijn als de tijd die nodig is om 'de koolstofschuld' in geoogste bossen af te lossen.”
Geen gevolgen voor de voedselproductie
De voedselproductie zou volledig gevrijwaard kunnen worden. "Onze simulatie laat zien dat er voldoende hout voor nieuwe middelgrote stedelijke gebouwen kan worden geproduceerd zonder grote gevolgen voor de voedselproductie", zei PIK-wetenschapper en mede-auteur Florian Humpenöder daarover. "Hout wordt gehaald uit houtplantages en natuurlijke bossen. De meeste extra houtplantages die nodig zijn - we hebben het over ongeveer 140 miljoen hectare - worden gevestigd op geoogste bosgebieden en gaan dus niet ten koste van landbouwgrond. We hebben de landbouwgrond nodig om voedsel te verbouwen voor de mensen, het gebruiken om bomen te laten groeien, zou concurrentie om de beperkte landbronnen kunnen veroorzaken.”
Verlies aan biodiversiteit beperken
De onderzoekers gingen ook na welke impact het vervangen van natuurlijke ecosystemen door houtplantages zou hebben op de biodiversiteit. "De vraag hoe het hout voor de bouw van houten steden geoogst wordt en waar het vandaan komt, is cruciaal", zei Alexander Popp, het hoofd van de groep landgebruikmanagment bij het PIK en co-auteur van de studie. "Niets mag worden gekapt in ongerepte bossen en beschermde natuurgebieden. Het expliciet vrijwaren van deze beschermde gebieden is cruciaal, maar desondanks zou het aanplanten van houtplantages ten koste van andere niet beschermde natuurlijke gebieden in de toekomst een verdere toename van het verlies aan biodiversiteit kunnen veroorzaken", zei Popp. “Meer natuurgebieden moeten mogelijk beschermd worden om negatieve overloopeffecten te vermijden.”
Hoofdauteur Mishra concludeert: "Onze studie onderstreept dat steden van hout een cruciale rol zouden kunnen spelen in de strijd tegen de klimaatverandering, dankzij hun potentieel voor de opslag van CO2 op lange termijn. Maar een sterk beleid en zorgvuldige planning zijn dan wel cruciaal, om negatieve effecten op de biodiversiteit te beperken en een duurzame overgang naar houten steden te verzekeren.”
Hier kan je de studie in zijn geheel raadplegen: https://www.nature.com/articles/s41467-022-32244-w