Olivier Fourneau: “Een project is altijd meer dan de som van de gecombineerde materialen”
Wat is je lijfspreuk?
“The best plan is no plan! Op kantoor merk ik dat, zodra een plan van aanpak is opgesteld of een agenda is vastgesteld, je er zeker van kan zijn dat het in de volgende uren al één of meerdere keren wijzigt. Deze situatie impliceert dat je best open minded bent: voor mogelijkheden, opportuniteiten, context, energieën, de verwachtingen van mensen ... Door jezelf te openen voor onverwachtse indrukken en inzichten vind je nieuwe, vaak betere antwoorden op bepaalde projectvragen. Het is waarschijnlijk ook een goede manier om veerkrachtig te zijn.”
Favoriete guilty pleasure?
“Lapping de Nürburgring. Een zeer occasionele hobby, want het energieverslindende aspect ligt niet meer in lijn met onze huidige zienswijze. Het brengt me in een heel andere dimensie dan de architectuur en haar trage tijdelijkheid. Hier is alles snel en heeft alles te maken met de fysieke zintuigen. Het laat me toe om compleet te resetten alvorens terug te keren naar ons geduldige werk.”
All time hero?
“Een moeilijke, want het zijn er veel. Het is net de mix van helden die de ideale maakt! Maar als ik toch moet kiezen, dan kies ik graag voor twee designers: de broers Bouroullec. Hun ontwerpen getuigen van een uitzonderlijk inzicht in materialen, het begrip comfort en een grote esthetische sensitiviteit.”
Favoriete plekje op de wereld?
“Venetië, Italië. Afgezien van Piazzale Roma en de parkeerplaatsen, is het een stad waar auto's worden geweerd. Eén van de kenmerken die de stad uniek maakt. Venetië is nu het levende bewijs dat organische, labyrintische steden vertederend kunnen zijn. Ik hou ook erg van de soundtrack! Het is een stad waar je veel meer hoort; van het geklets van voorbijgangers in de steegjes tot het kabbelende water en de diepnachtelijke stilte. Dit alles maakt de stad tot een paradijs voor wandelaars. Bovendien kun je door het uitgebreide netwerk van kanalen Venetië op een heel andere manier beleven. Sinds mijn Erasmusjaar is het mijn tweede thuis.”
Hoogtepunt in je carrière?
“Cockerill, een project - appartementencomplex en brasserie - dat we net hebben afgerond in het centrum van Luik. Het hele project startte op het moment dat ik de oude bar binnenstapte en naar de eigenaar vroeg. Van daaruit ging de bal aan het rollen en werd het project onder meer uitgebreid door contact op te nemen met de eigenaars van de naburige percelen. Het project is nu klaar en past precies bij de grote historische context van de stad.”
“Het is vooral de enorme betrokkenheid van ons bureau die Cockerill voor mij speciaal maakt. Voor ons is een project meer dan de som van de materialen waaruit het bestaat. Het is de reis ernaar toe, het proces zelf dat overheerst. In een tijdspanne die kan variëren van 3 tot 8 jaar, ontmoet je tientallen stakeholders die op elkaar inspelen en multidisciplinaire problemen oplossen. Het is verrijkend om met elk van hen samen te werken naar het ultieme doem: het bereiken van het best mogelijke eindresultaat.”
Wat staat op je 'bucket list'?
“Ik droom van het ontwerpen van een museum, een columbarium en nog zoveel meer ... Maar praktisch gezien focus ik me beter eerst op het voltooien van mijn eigen langlopende en nooit aflatende kantoorproject! Meer serieus, ook een reis naar India als smeltkroes van culturen staat hoog op de lijst, en dan meer bepaald een bezoek aan het Ahmedabad Instituut van Louis Kahn. Liefst nog voor de sloop die blijkbaar sommige van zijn gebouwen staat te wachten.”
Welke gênante gebeurtenis vertel je liever niet (maar doe je nu toch)?
"De eerste keer dat ik deelnam aan een architectuurwedstrijd. Een sociaal huisvestingsproject. Een nogal beperkte schaal, maar voor de beginnende architect die ik was, maakte dit project indruk op me. Ik lichtte mijn voorstel enthousiast toe, maar merkte tijdens de presentatie dat de jury beleefd stil bleef. Na mijn toespraak bleek dat ik het project had uitgebreid naar een aangrenzend stuk grond dat niet van hen was! Wat ik eigenlijk niet had begrepen was dat ze alleen het bestaande gebouw wilden renoveren. Genant!... Tot ik drie weken later een telefoontje kreeg: ze waren overtuigd van mijn project, hadden ondertussen onderhandeld over de grond en ik kon het project toch realiseren!”
Van welke innovatie heb je hoge verwachtingen?
“Wat CO²-uitstoot betreft is de bouw een nachtmerrie. Eén van de grootste uitdagingen ligt dan ook in het drastisch verlagen van het energieniveau dat nodig is om materialen te produceren. Eén antwoord is het ontwikkelen van energiezuinige producten met een laag energieverbruik. Een interessant voorbeeld is een lopend project van de Engelse studio Carmody Groarke, samen met Local Works Studio en TRANS architecten voor het Design Museum Gent. In samenwerking met BC Materials ontwikkelen zij een koolstofarme baksteen van gerecycleerd huishoudelijk afval. In plaats van te worden gebakken, wordt hij gerookt, waardoor hij minder koolstofdioxide uitstoot.”
Welke plaats, pand, gebouw, project wil je graag 'aanpakken'?
"In de jaren 1960 en 1970 werden in Luik heel wat appartementsgebouwen opgetrokken, die vandaag een massief front vormen langs de Maas. Het gaat om meer dan 300 gebouwen, met in totaal enkele duizenden flats, die vandaag niet uitblinken door hun levenskwaliteit. Ze hebben mooie uitzichten maar zelden een kwalitatieve buitenruimte, ze zijn slecht geïsoleerd en er is geen interactie met de openbare ruimte. Ik wil ze graag transformeren door een buitenruimte aan te bieden die meer aan de huidige verwachtingen voldoet en die meer interactie met de straat, de buren en de omgeving mogelijk maakt. In de praktijk is het systeem van mede-eigenaars hier het grootste obstakel. Het is bijna onmogelijk om iedereen te overtuigen. Misschien kunnen de bevoegde instanties initiatief nemen? Op zich zou een dergelijke metamorfose een grootschalige renovatie zijn van het stadscentrum en tegelijkertijd een nieuw type woningen aanbieden door bestaande woningen aan te passen.”
Welke bouwprofessional zie je graag in de volgende stoel?
“Bij het begin van mijn carrière ontmoette ik ingenieur Laurent Ney. Een indrukwekkende persoonlijkheid die toen al, maar ook nu nog aantoont dat het mogelijk is om techniek, architectuur en design tegelijk te omarmen. Dit integratieve denken vind je terug in zijn verschillende projecten.”
Snel dit artikel gratis lezen?
Maak eenvoudig en gratis een account aan.
-
Lees elke maand een aantal plus-artikels gratis
-
Kies zelf welke artikels je wil lezen
-
Blijf op de hoogte via onze nieuwsbrief