Veerle Labeeuw (Vlaanderen Circulair): "Gaat alles snel genoeg? Voor mij nooit. Maar we boeken gestaag echt mooie resultaten"
Wat verstaan jullie onder circulair bouwen?
Veerle Labeeuw, facilitator Circulaire Economie / Green Deals, ProCirc, Smart Cities van Vlaanderen Circulair: “In 2020 kwamen we in het kader van de Green Deal Circulair Bouwen tot onze definitie. Die stelt dat circulair bouwen een bouwpraktijk is die streeft naar een efficiënt en effectief gebruik van hulpbronnen (materialen, water, ruimte, energie). Dit om economisch, sociale én ecologische (meer)waarde te creëren of minstens te behouden. Daarbij rekening houdend met de bestaande erfenis en de toekomstige opportuniteiten eigen aan onze bouwwereld. Dit alles willen we realiseren via een intense samenwerking binnen het waardenetwerk.”
Waarom is/ wordt circulair bouwen belangrijk?
Veerle Labeeuw: “In 2019 was de bouwsector in Europa verantwoordelijk voor 40 % van de uitstoot van broeikasgassen zoals CO2, 50 % van het energieverbruik, 33 % van het waterverbruik en 50 % van de materiaalstromen. Ook de productie en het transport van bouwmaterialen zijn verantwoordelijk voor een aanzienlijk percentage van de wereldwijde CO2- uitstoot. Bovendien ligt de levenscycluskost van gebouwen veel hoger dan de initiële investering.”
“Circulaire strategieën stomen de bouwsector klaar voor de toekomst. Door met minder materialen en/of minder producten aan eenzelfde behoefte te voldoen, ontstaan er CO2-winsten in de ontginning, productie, het transport en de afvalverwerkingsfase van deze (vermeden) producten. Ook hergebruik speelt hier een sleutelrol: door minder nieuwe grondstoffen en materialen te gebruiken, voldoen we met minder aan eenzelfde behoefte. Het sluiten van de kringloop van grondstoffen- en materialen vermindert de globale CO2-uitstoot.”
“Het is dus absoluut een maatschappelijke opdracht. Maar het creëert ook grote kansen voor onze economie. Een circulaire bouwsector draagt bij aan de duurzame toekomst van Vlaanderen. Het garandeert een economische groei en werkgelegenheid op lange termijn. Het bevat zelfs een belangrijke sociale component. We creëren financiële kansen via delen en gemeenschappelijk gebruik, waardoor wonen op termijn opnieuw betaalbaar wordt.”
“Daarbij is het een troef dat de bouw gedeeltelijk een lokaal georganiseerde sector is, waardoor heel wat actoren in Vlaanderen zelf bepalend zijn voor de manier waarop enerzijds wordt ontworpen en gebouwd maar anderzijds ook kringlopen in de keten makkelijker gesloten kunnen worden. Door in te zetten op circulair bouwen, kiezen we dus resoluut voor maximale impact in Vlaanderen.”
Jullie kozen er daarbij zeer duidelijk voor om geen cavalier seul te spelen, maar er een gedragen verhaal van te maken, dat door talloze spelers in de sector ondersteund en gevoed wordt?
Veerle Labeeuw: “Klopt volledig. Werkelijk uniek in Europa (en bij uitbreiding de wereld) is het structureel samenwerken van zovele verschillende spelers uit de bouw- en aanverwante sectoren aan de gezamenlijke ambities. Vlaanderen Circulair maakt van de transitie naar de circulaire bouweconomie doelbewust een bottom-up verhaal dat top-down vertaald wordt. Ons verhaal vertrekt daarbij steeds vanuit een brede, multidisciplinaire basis met private en publieke voortrekkers uit de hele sector. Het is ook steeds een verhaal van lessen leren uit de praktijk en daarop verder bouwen.”
“Hierdoor is op enkele jaren tijd niet enkel een sterk netwerk maar ook een belangrijk draagvlak gegroeid. De intrinsieke motivatie om mee te bouwen aan de circulaire bouweconomie is zeer groot, bij alle partijen. Ze ervaren immers duidelijk dat hun inbreng er écht toe doet en dat hun acties mee vorm geven aan het beleid. En het is dié energie die we nodig hebben om de transitie naar een volgend niveau te tillen.”
We zijn nu 5 jaar na de opstart, wat is intussen verwezenlijkt?
Veerle Labeeuw: “Heel wat! De ervaringen uit de experimenten en de vele onderzoeken en acties op terrein zijn samengebracht op een overzichtelijke website: bouwen.vlaanderen-circulair.be. Ook in het eindrapport van het lerend netwerk Green Deal Circulair Bouwen staat beschreven wat de impact was van deze intensieve samenwerking voor verschillende bouwondernemingen, architecten, overheden en materiaalproducenten.”
“Doelstelling van dit alles is om niet alleen alle actoren in de bouwwereld te informeren, inspireren en sensibiliseren, maar om ook daadwerkelijk hands-on aan de kar te trekken. Dit door opportuniteiten op te zoeken, knelpunten te identificeren, oplossingen aan te reiken, circulaire tools te ontwikkelen … Kortom, alle barrières te doorbreken zodat de circulaire economie in Vlaanderen in de nabije toekomst stevige voet aan wal kan krijgen.”
“We doen dit via een doordachte structuur en een vastomlijnd aantal innovatieve initiatieven. Enkele voorbeelden? De bouwgerelateerde experimenten uit de Open Calls (2017-2019), de Gerichte Call Circulaire Bouweconomie (2020-2021) binnen Vlaanderen Circulair, het lerend netwerk ‘Green Deal Circulair Bouwen’ (sinds 2019), opgericht door het partnerschap VCB - OVAM - Vlaanderen Circulair, het beleidsprogramma ‘Materiaalbewust bouwen in kringlopen (2014-2020)’ en het voorbereidende traject voor het ontwerp-beleidsprogramma ‘Op weg naar circulair bouwen (2022-2030)’ binnen de OVAM, de onderzoeksgroep ‘Proeftuin Circulair Bouwen’ (2019-2022) die de randvoorwaarden en de systeemknelpunten van de circulaire bouwwereld in kaart brengt via data uit experimenten (calls, Green Deal) en data uit eigen toegepast onderzoek.”
En wat is nu de volgende stap?
Veerle Labeeuw: “Vorig jaar werd de ‘Werkagenda Circulair Bouwen’ ondertekend tijdens onze ‘Circular State of the Union’. Met deze werkagenda bouwen we verder op deze inzichten en noden uit de voorgaande initiatieven. De werkagenda moet vorm geven aan een toekomst waarin kwaliteitsvol wonen, werken en leven vooropstaat. Voor iedereen. Met respect voor mens en milieu.”
Wordt ook hier gestreefd naar het betrekken van zowel private als publieke actoren?
Veerle Labeeuw: “Absoluut. De initiatiefnemers of trekkers van de Werkagenda Circulair Bouwen zijn EmBuild Flanders (de vroegere Vlaamse Confederatie Bouw) en de OVAM. Maar ze doen dit niet alleen. Opnieuw werkt een brede groep van geëngageerde stakeholders die we de voorbije jaren leerden kennen én die opnieuw mee wilden werken aan het uittekenen van de ambities, de werkpaden en mogelijke acties. Naast de spontane aanmeldingen, spraken we echter ook specifieke personen en organisaties aan. Dit omwille van hun kennis, ervaring of potentieel om dingen echt te veranderen.”
Waar zitten jullie op dit moment met de Werkagenda?
Veerle Labeeuw: “Een groep van zo’n 50 geëngageerde stakeholders werkte intussen een rollend actieplan uit. Dat plan benoemt en beschrijft de grote ambities op het vlak van circulair bouwen, stippelt enkele noodzakelijke werkpaden uit en geeft via co-creatie vorm en inhoud aan concrete acties op die op korte termijn (1-5 jaar) nodig zijn om de mainstreaming van de circulaire bouweconomie te versnellen. De ruggengraat van de werkangenda wordt het zoeken naar oplossingen voor de systemische knelpunten die de Proeftuin eerder formuleerde.”
“De Werkagenda verbindt. Hij verenigt alles wat al bestaat, en biedt bestaande circulaire initiatieven meer visibiliteit zodat ze elkaar kunnen versterken. Bovendien toont het rollend actieplan ons ook waar er nog hiaten zijn, zodat we die kunnen vullen. Dit alles moet een stevige basis vormen voor de volgende stap: de hele maatschappij engageren om mee te gaan op de ingeslagen weg en de circulaire bouwwereld realiseren in Vlaanderen.”
Hoe zit dat concreet?
Veerle Labeeuw: “Binnen de proeftuin Circulair Bouwen werden enkele systemische knelpunten gedetecteerd die de transitie naar een circulaire bouweconomie belemmeren:
- Een overheersend financieel en kortetermijnperspectief bij beslissingen
- Risico-aversie bij het toepassen van (circulaire) (ver)bouwinnovaties
- Beperkt vertrouwen binnen het waardenetwerk
- Beperkte sense-of-urgency bij bouwheren en gebruikers
- Een beperkte recycleerbaarheid en opschaling van circulaire business
Dit alles zorgt voor een beperkte vraag naar én een beperkt aanbod van circulair bouwen.”
“Om deze knelpunten weg te werken, zijn hefbomen nodig. We identificeerden er 7:
- Financiering: Een circulaire bouweconomie vraagt om nieuwe businessmodellen bij ondernemers. Het (her)verdelen van kosten en baten over het ganse betrokken netwerk van actoren die allen bijdragen in waardecreatie is de sleutel naar succes. Maar ook financieringsvoorwaarden vanuit de financiële sector moeten op evenredige manier op de 3 pijlers (sociaal, economie, ecologie) geënt zijn.
- Communicatie: een noodzakelijke voorwaarde om de urgentie te schetsen en een mindshift te krijgen bij tal van bouwactoren én bij de brede maatschappij.
- Onderzoek: Tools en meetinstrumentarium vormen de onderbouw om beslissingen te nemen en investeringen te doen. Via onderzoek kunnen de nodige beslissingstools worden ontwikkeld alsook data in kaart worden gebracht om deze onderbouw te garanderen.
- Jobs en vaardigheden: nodig om meer interactie en samenwerking tussen actoren in de bouwsector te faciliteren. Anderzijds is ook opleiding rond technische circulaire bouwoplossingen een vereiste om de nodige skills en knowhow bij de werknemers te ontwikkelen.
- Circulair aankopen: er is nood aan hands-on informatie over hoe opdrachtgevers die willen bouwen hun opdracht in de markt moeten zetten, de circulaire ambities van het project kunnen bewaken en in vertrouwen met de uitvoerders samen kunnen vorm kunnen geven aan een toekomstbestendig bouwwerk.
- Innoveren en ondernemen: de technische ontwikkeling van circulaire bouwoplossingen vraagt ruimte voor innovatie en ondernemerschap. Specifiek ook voor de bouwsector kan digitalisatie een versnelling in het proces van circulair bouwen geven.
- Beleidsinstrumenten: Aanpassingen van het bestaande instrumentarium bij diverse overheden (wetgeving, subsidies, fiscaliteit, …) kunnen de integratie van circulaire strategieën in de bouwsector versnellen.”
Hoe wil je dit alles bereiken?
Veerle Labeeuw: “Via ’10 werkpaden’ (zie kader). Deze werkpaden worden daarbij verder vertaald in concrete acties. Sommige van deze acties krijgen al concreet vorm, anderen moeten nog volledig uitgewerkt worden. Maar uiteraard kunnen we niet alles tegelijk aanpakken. En precies daar zijn we nu volop mee bezig.”
“Een eerste rollend actieprogramma moet inzicht geven in de prioritaire acties die de bouwactoren, onderzoeks- en financieringsinstellingen, middenveld en beleid vandaag al kunnen oppakken. In samenwerking met ons uitgebreide netwerk stellen we nu een ‘long-list’ van acties op. En identificeren we meteen ook een ‘short list’ die we prioritair zullen behandelen. Dat wordt wellicht een mengeling van urgente acties én opportuniteiten die zich nu stellen.”
10 Werkpaden
- De materiaalsamenstelling van ons patrimonium doorgronden: we hebben weinig zicht op wat er in onze bouwwerken en producten zit. We willen naar een betrouwbaar en accuraat inzicht in de materiaalsamenstelling van bouwwerken en producten.
- Circulaire economie in (klimaat)beleid en markt verankeren: de afwachtende houding van bedrijfsleiders en beleidsmakers om circulair bouwen als middel in te zetten voor de klimaatadaptatie/-mitigatie en voor meer welvaart en welzijn willen we doorbreken.
- Sociale kosten en milieukosten internaliseren in de totaalkost van een project: vandaag houden we enkel rekening met de financiële kosten van bouwwerken. Ook sociale kosten en milieukosten moeten echter volledig in rekening gebracht worden.
- Ruimte als grondstof zien: er is een te grote versnippering van ruimte. We willen naar meer verdichting van kernen en meer verwevenheid van functies, en een infrastructuur die dat ondersteunt. We brengen wonen/werken/infrastructuur in evenwicht met het groenblauwe netwerk
- Hergebruik en recyclage maximaliseren: hergebruik en recyclage wordt beschouwd als een dure en/of tweederangsoplossing. Terwijl het precies bevoordeeld moet worden ten aanzien van het gebruik van primaire materialen en grondstoffen.
- Zorg dragen voor (schaarse) materialen, water en energie. En ze toegankelijk maken voor iedereen: heel wat waardevolle en schaarse grondstoffen gaan verloren door onoordeelkundig gebruik en toepassing. Wij gaan voor maximale waardecreatie en maximale maatschappelijke zeggenschap.
- Een waardenetwerk realiseren: de bouwsector als versnipperde keten waar te weinig vertrouwen is en weinig kennis wordt gedeeld moet evolueren naar een verweven waardenetwerk.
- Meerwaarde realiseren door in te zetten op betaalbaar wonen: we willen gaan van een individueel (markt gedreven) verdienmodel rond eigendom naar een kwalitatief dienstenmodel waarbij prestatie, comfort en gebruik alsook maatschappelijke meerwaarde centraal staan.
- Informeren en sensibiliseren: door bouwactoren en opdrachtgevers goed te informeren worden ze zich bewust van hun mogelijke keuzes en de impact daarvan.
- Ontwerpen vanuit duurzame en circulaire principes: in plaats van statische kortetermijnontwerpen moeten we gaan naar flexibele bouwwerken die ontworpen zijn voor toekomstige functies en doeleinden - en dit met een zo laag mogelijke milieu-impact.
De weg ernaar toe is dus uitgetekend. Maar is alles ook realiseerbaar? Hoe reageert de markt?
Veerle Labeeuw: “De doelstelling is duidelijk: 30% materiaalvoetafdruk door consumptie verminderen tegen 2030. Dat is ambitieus … Maar volgens het partnerschap Vlaanderen Circulair zowel noodzakelijk als realiseerbaar.”
“Doorheen de jaren – en uiteraard ook gestuwd door de actualiteit – voel je een stijgende interesse en een gevoelig toegenomen drive om circulariteit te omarmen. Ook van de grote spelers in de bouw. Gaat alles snel genoeg? Voor mij nooit. Maar we boeken gestaag echt mooie resultaten.”
“Een volgende vraag: gaat de circulaire economie de klimaatproblematiek oplossen? Wel, er zullen verschillende manier nodig zijn om dit wereldwijde probleem ten gronde aan te pakken. Circulair denken en handelen is alvast één van de goede antwoorden. Het is sowieso een broodnodige stap want het lost alvast de grondstoffenproblematiek op. De bouwsector heeft hier intussen al een eerste keer geschud op zijn grondvesten, en ingezien dat dit probleem in de nabije toekomst alleen maar groter zal worden. We doen er dus best nu en met zijn allen alles aan om die afhankelijkheid tot een minimum te herleiden.”
Jullie organisatie is Vlaams. Is die schaal groot genoeg?
Veerle Labeeuw: “We moeten uiteraard ergens beginnen. Het is daarin alvast een troef dat de bouw gedeeltelijk een lokaal georganiseerde sector is, waardoor heel wat actoren in Vlaanderen zelf bepalend zijn. Vlaamse spelers zitten aan de knoppen voor de manier waarop we ontwerpen en bouwen. We kunnen daardoor ook kringlopen in de keten makkelijker sluiten. Door in te zetten op circulair bouwen, kiezen we dus resoluut voor maximale impact in Vlaanderen.”
“Maar uiteraard kijken we ook verder. Zo spelen we een voortrekkersrol in het Europese streven naar circulair bouwen en circulair ondernemen. Verder werken we ook grensoverschrijdend samen, zowel in de praktijk als qua kennisdeling”
Waar kunnen onze lezers terecht voor meer informatie?
Veerle Labeeuw: “Onder andere op onze websites. Onze organisatie is in alles heel transparant. Om kennis te vermenigvuldigen moet je ze immers eerst delen. Elke bevinding, elk project, elk onderzoek wordt compleet uitgelegd op onze kanalen. Met uitgebreide uitleg, beelden, filmpjes, een impactmeter en reacties van betrokkenen. Het is zo uitgegroeid tot een soort circulaire kennishub. Ga gerust eens grasduinen. En heb je nog vragen? Geef dan zeker een seintje.”
Circulair Bouwen Vlaanderen | Groups | LinkedIn
CE Monitor & CE Kompas
Hoe ver staat de circulaire economie in Vlaanderen? Hoe snel boekt ze vooruitgang? Om dat te achterhalen is een gedetailleerde set van indicatoren nodig. Het Steunpunt Circulaire Economie werkte daarom samen met tal van partners aan een Vlaamse monitor voor de circulaire economie: de CE Monitor, die vandaag meer dan 100 indicatoren bundelt.
Maar dat is niet alles … Hiernaast werden enkele een greep handige tools ontwikkeld waarmee tal van ondernemingen zelf met circulaire economie aan de slag kunnen. Heel handig en interessant is bijvoorbeeld het CE Kompas: een analysetool die aangeeft welke accenten van circulaire economie gelegd worden in een circulair project. Een handige checklist dus voor jouw eigen circulair project.