2024 belooft een moeilijker jaar te worden – Vooruitzichten op lange termijn wél gunstig
Mooie groeicijfers
Ondanks sterke tegenwind van hogere rentevoeten en hogere kosten groeide de bouwsector in 2023 met gemiddeld 1,9%. Dat is zelfs sneller dan de Belgische economie die met 1,5% groeide. Niettegenstaande ging in 2023 een recordaantal bedrijven in de sector failliet. Elke dag sloten meer dan zes bouwbedrijven hun deuren. “De dalende vraag en de afschaffing van de corona-steunmaatregelen, die sommige bedrijven tijdens de pandemie nog boven water hielden, hebben veel jonge en kleine bedrijven de das omgedaan”, vertelt Wouter Thierie, econoom bij ING. “22% van het aantal faillissementen waren bedrijven die minder dan drie jaar geleden werden opgericht en 93% had maximaal vier werknemers.”
Toch wist de sector mooie groeicijfers neer te zetten. “Bouwprojecten hebben een vrij lange doorlooptijd. Vorig jaar kon de bouwsector nog bogen op nieuwbouwprojecten die net na de pandemie waren gestart. Daarnaast zorgden de hoge energieprijzen ervoor dat veel mensen hun huizen energiezuiniger maakten en had je de relanceplannen na de pandemie. “Dit zorgde ervoor dat de orderboeken begin 2023 zeer goed gevuld waren.”
Toename infrastructuurprojecten
Daarnaast bleven bedrijven en overheden sterk investeren in 2023 en deze trend zal naar verwachting volgend jaar doorzetten. “Met de lokale verkiezingen later dit jaar verwachten we een sterke toename van het aantal openbare infrastructuurprojecten, zoals de aanleg van wegen, bruggen, enzovoort. Investeringen van lokale overheden liggen over het algemeen veel hoger in een verkiezingsjaar. Dit komt omdat veel politici nieuwe projecten willen voorstellen tijdens verkiezingen.”
Bovendien neemt de voorbereiding van openbare infrastructuurprojecten veel tijd in beslag. Het duurt vaak meerdere jaren voordat de eerste spade in de grond kan worden gestoken, wat betekent dat veel projecten pas in de tweede helft van de legislatuur van de grond komen.
Donkere wolken
Verschillende indicatoren wijzen op een afkoeling in 2024, vooral in de nieuwbouw- en renovatiemarkt. Door de stijging van de rente en de duurdere prijzen van bouwmaterialen is het aantal verleende bouwvergunningen in de eerste tien maanden van 2023 met 13% gedaald ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder. Fabrikanten van bouwmaterialen, die vaak als eerste in de keten worden getroffen, hebben hun productie daarom al sterk teruggeschroefd. De productie van bouwmaterialen zoals beton, cement en bakstenen lag in november 2023 bijna een kwart lager dan begin 2022.
Prijzen zullen hoog blijven
Ondanks de scherpe daling van de energieprijzen zijn de prijzen van energie-intensieve bouwmaterialen, zoals beton en cement, nauwelijks gedaald. “Dat komt doordat de kosten van andere essentiële inputs om deze bouwmaterialen te produceren, zoals zand, steen en klei, in twee jaar tijd met bijna een kwart zijn gestegen en deze wegen veel zwaarder dan de energiekosten in de totale productiekosten.”
Bovendien zijn deze materialen zwaar en omvangrijk, waardoor transport duur is en er minder concurrentie is, waardoor producenten de prijzen langer hoog kunnen houden. Een aantal andere bouwmaterialen, zoals hout en kunststof, daalden de afgelopen maanden wel van hun piekniveau, maar liggen nog steeds veel hoger dan voor 2022.
Gunstige vooruitzichten op lange termijn
2024 belooft een zwakker jaar te worden voor de bouwsector, maar de langetermijnvooruitzichten zijn nog steeds gunstig. “We staan aan de vooravond van een grote renovatiegolf. 85% van de woningen voldoet momenteel niet aan de energienormen voor 2050. Het aantal renovaties moet worden verviervoudigd om de klimaatdoelstellingen tegen 2050 te halen. Bovendien is onze openbare infrastructuur, zoals snelwegen, spoorwegen, enz. sterk verouderd en is ze de komende decennia aan een grondige opknapbeurt toe.”
Toch is een minpuntje. “De moeite die veel bouwbedrijven hebben om gespecialiseerde profielen aan te trekken zou de grote uitdagingen waar we voor staan, zoals de vergroening van ons woningbestand, wel eens kunnen vertragen en de kosten en wachttijden voor energierenovaties kunnen opdrijven”, besluit Wouter Thierie.