EPC gemeenschappelijke delen kleine appartementsgebouwen: de tijd dringt!
Werk aan de winkel
Wanneer het appartementsgebouw over een EPC van de gemeenschappelijke delen (EPC GD) moet beschikken, hangt af van het aantal eenheden in het gebouw. Grote gebouwen vanaf 15 eenheden, moeten al sinds 1 januari 2022 over een EPC GD beschikken. Voor middelgrote gebouwen, met tussen de 5 en 14 eenheden, is dat sinds begin dit jaar zo. Ook de kleinere appartementsgebouwen met maximaal 4 eenheden moeten voortaan voldoen aan deze EPC-plicht. Uiterlijk op 1 januari 2024 zullen ook zij over een EPC GD moeten beschikken. Het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap (VEKA) appartementseigenaars herinnert nog eens aan deze verplichting: “We zien dat er nog maar een 40.000-tal EPC’s voor de gemeenschappelijke delen werden opgemaakt, terwijl we schatten dat er 120.000 appartementsgebouwen zijn die onder deze verplichting vallen”, zegt Lotte Ringoot. “Heel wat appartementsgebouwen moeten dus nog een EPC van de gemeenschappelijke delen laten opmaken.”
Energiezuinigheid gemeenschappelijke delen
Het EPC GD van een appartementsgebouw geeft de eigenaars informatie over de energiezuinigheid van de gemeenschappelijke delen van het gebouw. Dat gaat dan bijvoorbeeld over het dak en de buitenmuren, maar ook de gemeenschappelijke verwarmingsinstallatie. De vaststellingen uit het EPC GD worden gebruikt voor het opmaken van het EPC van de individuele appartementen. Het bepaalt mee de kwaliteit van het individuele EPC, maar ook het energielabel (van A tot F) van het appartement.
Administratieve geldboete
Bij het niet tijdig beschikken over een geldig EPC gemeenschappelijke delen legt het VEKA aan de eigenaar of vereniging van mede-eigenaars (VME) een administratieve geldboete op tussen 500 en 5000 euro, afhankelijk van het aantal aanwezige gebouweenheden binnen het gebouw. Het betalen van deze boete geeft evenwel geen vrijstelling om over dit EPC te beschikken en het EPC zal dan alsnog moeten opgemaakt worden.
Grote impact
“Het EPC van de gemeenschappelijke delen heeft een grote impact op het EPC van de individuele appartementen. En dat EPC is belangrijk. Het is niet alleen gekoppeld aan verschillende beleidsinitiatieven, zoals de renovatieverplichting, maar heeft ook een invloed op de marktprijs. Hoe meer relevante informatie aan de energiedeskundige bezorgd kan worden, hoe correcter het eindresultaat van het EPC zal zijn. Daarvoor is het EPC van de gemeenschappelijke delen onontbeerlijk.”
Brussel en Wallonië
De precieze invulling van het energiepresatiecertificaat verschilt in België per gewest. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is dat het EPB (EnergiePrestatie en Binnenklimaat), in het Waals Gewest het PEB (Performance Energétique des Bâtiments). In Wallonië is het bij verkoop of verhuur van appartementsgebouwen al enige tijd verplicht om aan elk PEB ook een deelrapport toe te voegen van de gemeenschappelijke installaties van het gebouw, zoals de verwarmingsinstallatie, het ventilatiesysteem of zonnepanelen. Dit deelrapport moet net als het PEB-certificaat opgesteld worden door een erkende PEB-deskundige. In Brussel bestaan (nog) geen specifieke EPB-vereisten voor de gemeenschappelijke delen van een appartementsgebouw.