Nieuw leven voor historisch godshuis
Onderdak aan bejaarde en gebrekkige vrouwen
In 1504 werd het godshuis bij testament gesticht. Van der Biest deed toen afstand van zijn woning en liet op het erf twaalf huisjes oprichten voor oude, arme vrouwen. Een dertiende huisje was bestemd voor de kapelaan die de kapel verzorgde. In 1855 vonden er verbouwingen plaats waardoor er in totaal negentien huisjes waren. Zeven jaar later kreeg het godshuis ook een nieuwe inkompoort. Tot 1967 behield het Godshuis zijn oorspronkelijke functie, in 1938 werd het erkend als beschermd monument.
Ir. Architect Cedric D’haese, projectarchitect bij Callebaut Architecten: “Oorspronkelijk waren de godshuisjes een aaneenschakeling van éénkamerwoningen met daarboven een doorlopende zolder. De huisjes, opgebouwd in gekaleide baksteen met een rood Booms pannen dak, vormen twee tegenover elkaar liggende beuken met daartussen een afgesloten binnentuin met op de kopse zijden een historische kapel en een in 1915 toegevoegde washuis in neoclassicistische stijl.”
“Dit complex bood eeuwenlang onderdak aan bejaarde en gebrekkige vrouwen. De kapel behield daarbij lang haar religieuze functie tot ze van 1949 tot 1970 verhuurd werd aan een glazenier. Het volledige complex brak met zijn verleden in 1975. Toen werden de huisjes verhuurd aan een schuttersgilde, dat de tussenmuren openbrak om er lange schietbanen van te maken.”
In de jaren ’90 volgde een grondige restauratiecampagne van vooral de kapel waarna een aantal gebouwen in gebruik wordt genomen door Arte Falco, een kunstenaarscollectief die er tentoonstellingen, workshops en concerten organiseerde. Grote delen bleven echter leeg staan en de site verkommerde.
Eigenaar OCMW Antwerpen besliste het voormalige godshuis te laten restaureren en herbestemmen en schakelde voor deze opdracht Callebaut architecten uit Drongen in. Zij herbestemden het geheel tot het nieuwe aanloopadres van Beschut Wonen die de site in erfpacht kreeg.
Bekijk het project
Integratie in sociaal weefsel
Beschut Wonen wil de buurt graag betrekken bij de werking. Dit door zalen verhuurbaar te maken of activiteiten aan te bieden voor meer dan enkel haar bewoners. Buurtbewoners en buurtverenigingen zullen op de site activiteiten kunnen organiseren die gericht zijn op ontmoeting, ontspanning, vrije tijd en vorming. Op die manier krijgt de buurt die in het verleden heel wat samenlevingsproblemen kende een nieuwe impuls.
Door het permanent openstellen van de inkompoort tijdens de werking kunnen niet alleen medewerkers, leden maar ook toevallige passanten, bezoekers van vergaderingen en buren het monument terug integraal ervaren, gebruiken en appreciëren. Op die manier wordt het eerder gesloten blok opnieuw opgenomen in het publiek stedelijke weefsel.
“Ons ontwerp gaat uit van een verminderde publieke openheid naarmate men zich dieper op de site begeeft. Aan de straatzijde voorzagen we eerder publieke functies die de buurt betrekken bij de werking van het godshuis. Zo kwam er een bar op de kop van de westvleugel. Een nieuwe raamopening geeft er een zijdelings zicht op de Falconrui en werkt als een oculus die een blik op de maatschappij werpt. Dit versterkt de verbinding met de nabije omgeving én optimaliseert de daglichttoetreding. Die raamopening is trouwens niet helemaal ‘nieuw’. Deze zone was in eerste fase van de site de paardenstalling met poorten naar het openbaar domein. Omwille van deze historische verstoring gaf Erfgoed de toestemming om in deze zone een hedendaagse opening te integreren.”
“Hiernaast voorzagen we in de kapel een polyvalente ruimte die op zijn beurt gebruikt kan worden door de buurt.”
“Meer achterin de site kwamen de meer private kantoor- en gespreksruimten van de medewerkers van Beschut Wonen. Precies door die meerlagigheid in ons ontwerp kunnen ‘bewoners’ van Beschut Wonen vrij aankloppen voor sociaal contact en de nodige begeleiding, zonder dat de hele buurt weet wie er aan de poort staat en waarom.”
Glazen verbindingsgang
“Historisch gezien lag het vloerniveau van de godshuisjes hoger dan het niveau van de binnentuin. Om een integrale toegankelijkheid te bekomen en minder esthetische, verplaatsbare hellende vlakken te vermijden, werd het terreinprofiel van het eerste deel van de binnenkoer licht aangepast waarbij de noodzakelijke hellingen in de omgevingsaanleg werden geïntegreerd. De karakteristieke boom in de tuin bleef daarbij behouden.”
Halverwege de graduele overgang van publiek naar privaat kwam een nieuw glazen volume. “Deze glazen verbindingsgang speelt een essentiële sleutelrol. Het volume versterkt de samenhang tussen de twee tegenover elkaar liggende beuken, optimaliseert de ruimtes én draagt bij tot de flexibiliteit van het monument op vlak van bruikbaarheid en toegankelijkheid.”
“We waakten er daarbij wel over dat de ingreep zo minimaal mogelijk bleef en reversibel is zodat het originele karakter van het gebouw niet wordt aangetast.” Het nieuwe volume werd op basis van de ritmering van de bestaande gevels zo smal mogelijk gemaakt waardoor de zone enkel als circulatie kan gebruikt worden en haar transparantie gegarandeerd blijft.
“Voor het behoudt van de visuele ervaring van de tuin als een geheel, voorzagen we het volume van een fijne stalen structuur, ingevuld met ontspiegeld glas. Het volume is daardoor duidelijk herkenbaar als hedendaagse toevoeging. De marmertapijten vloer van het volume sluit qua kleur dan weer aan bij het korrelige, beige kasteelgrind dat in de buitenaanleg werd gebruikt, opnieuw met als doel dat het nieuwe glazen volume zo weinig mogelijk de aandacht naar zich toetrekt.
“De verbindingsgang ligt trouwens precies op een historisch pad dat de tuin in twee splitste. Nu voor het eerst ook in twee duidelijke sferen. Een helft met een eerder publiek karakter, te gebruiken door bezoekers en toegankelijk voor de toevallige voorbijganger, een andere helft met een privaat karakter, gebruikt door de leden en de medewerkers van Beschut Wonen.”
Polyvalente ruimtes vol daglicht
De voormalige individuele huisjes werden onderverdeeld in vier polyvalent inzetbare zones. Bij de huisjes zelf werd door middel van portieken het historische kamermodel en huiselijk gevoel van de vroegere godshuisjes - dat door de aanpassingen van het schuttersgilde volledig was verdwenen – opnieuw leesbaar gemaakt. Het cruciale huiselijke onthaal bij de kantoren van Beschut Wonen werd hierdoor opnieuw mogelijk.
“De originele elementen werden maximaal teruggebracht. De 16e-eeuwse spanten werden door het strategisch inzetten van vides in het daglicht gezet en boven de vides voorzagen we telkens twee dakvlakramen. Ook op die manier trokken we extra daglicht binnen in de eerder donkere ruimtes. Dit kwam de herbestemming tot kantoren ten goede zonder het historische concept ingrijpend te wijzigen.” De dakvlakramen werden steeds langsheen de achtergevels geïntegreerd om zo ook het egaal en rustig uitzicht van het binnenplein te behouden.
Ingrepen op basis van historisch onderzoek
“We wilden het monument in de 21e eeuw binnenbrengen, met de nodige voorzieningen zodat het ook vandaag relevant is voor gebruiker en gemeenschap, los van zijn bescherming. “Daarbij lieten we ons leiden door de bevindingen van diverse vooronderzoeken. De waardeoordelen die hierbij aan het beschermde monument gegeven werden, liggen aan de basis van de restauratieve en duurzame ingrepen.”
“Het bestaande schrijnwerk van de ramen werd naar historisch model vernieuwd met dun dubbele beglazing. De ingreep droeg bij tot een homogeen beeld met het te restaureren origineel buitenschrijnwerk van de deuren met beglaasde bovenlichten en het schrijnwerk van het washuis en sanitair waarbij de authentieke getrokken beglazing behouden werd. Het te restaureren schrijnwerk werd tevens voorzien van de nodige wind- en waterdichtingen om te voldoen aan de hedendaagse normen.”
“Bij het kleuronderzoek vonden we op de ramen slechts vijf recente afwerkingslagen terug. Wellicht werden die tijdens de restauratie van 1991-1994 volledig van alle oudere verflagen ontdaan. Op de deuren werd wel nog een groter historisch afwerkingspakket terug gevonden, de oudste twee lagen waren daarbij donkergroen. Deze donkergroene kleur werd gebruikt als referentie voor de nieuwe afwerkingslaag van alle schrijnwerk van ramen, deuren en spondeplanken.”
“Uit het vooronderzoek kon eveneens geconcludeerd worden dat de gevels opnieuw een gekaleide afwerking in gebroken wit moesten krijgen. De zwarte plint werd daarbij terug naar originele hoogte, gelijk met de bovenzijde van de raamdorpels uitgevoerd. De dakbedekking van de oost- en westvleugel werd opnieuw voorzien in recuperatie rode Boomse pannen, terwijl de dakbedekking van het washuis en de kapel naar historisch model in natuurleien behouden bleef.”
Flexibel en toekomstgericht
“Het ontwerp en de technieken werden zodanig vormgegeven dat het gebruik van het gebouw in de toekomst makkelijk kan gewijzigd worden zonder dat hiervoor opnieuw zware ingrepen nodig zijn.”
“Dit kan zowel in één geheel, twee afzonderlijke vleugels of 4 entiteiten die allen langsheen het nieuw tussenliggend volume bereikbaar zijn. Voor het garanderen van een zeker basiscomfort werd de volledige buitengevel, dak en vloer geïsoleerd.”
“Met de herbestemming en de restauratie gaven we zo een duurzaam antwoord aan het behoud en de bescherming van de gebouwen. Zo kunnen ze in de toekomst, voorzien van hedendaagse duurzame technieken en verbeteringen, flexibel nieuwe functies opnemen en zo hun toekomst vrijwaren naar een zelfvoorzienende monumentale site.”
Snel dit artikel gratis lezen?
Maak eenvoudig en gratis een account aan.
-
Lees elke maand een aantal plus-artikels gratis
-
Kies zelf welke artikels je wil lezen
-
Blijf op de hoogte via onze nieuwsbrief