Op de koffie bij AST: "Architecten moeten weer én componist én dirigent worden van het orkest"
Hoe is AST77 ontstaan? En wat betekent die naam?
Peter Van Impe: “De start van ons bureau is een klassieker. Tijdens de opleiding als architect word je voortdurend uitgedaagd om doordacht te ontwerpen. Zonder dat daarbij andere bouwpartners of bouwheren betrokken zijn. Je kan dus je creativiteit botvieren zonder alle beperkingen die je in het echte leven wel hebt. Wat het dus allemaal erg onrealistisch maakt. Zodra ik afstudeerde, wou ik die ‘reality check’ zo snel mogelijk aangaan. En besloot daarom samen met een groep collega’s / vrienden mee te doen aan enkele ontwerpwedstrijden met duidelijke en concrete wensen en verwachtingen.”
“Onze insteek was multidisciplinair. Want naast een architect bestond onze groep ook uit een stedenbouwkundige, landschapsarchitect, ingenieur en interieurarchitect. Als groepsnaam kozen we voor AST77. Allen waren we geboren in ’77. En de lettercombinatie stond voor Architectuur, Stabiliteit en Technieken.”
“Deze zeer boeiende en verrijkende samenwerking combineerde ieder van ons uiteraard ook met stagelopen bij verschillende bureaus. En ook weer in navolging van zovelen voor mij besloot ik 15 jaar geleden, na enkele jaren ervaring opgedaan te hebben, om mijn eigen bureau op te richten. In een ideale wereld had ik dat graag met onze toenmalige groep gedaan, maar de realiteit was dat iedereen intussen was uitgezwermd. Elk zijn eigen activiteiten had ontwikkeld. In goede verstandhouding besloten we dat ik onze naam mocht houden voor mijn eigen nieuwe entiteit, als eerbetoon aan die eerste stappen in onze carrière.”
“Maar het was ook heel duidelijk een bewuste, toekomstgerichte doelstelling. Het nieuwe bureau zou hard inzetten op multidisciplinair denken. AST77 zou een plek worden waar bouwheren terecht kunnen voor diensten die het hele spectrum dekken.”
“Tot op vandaag is architectuur de basis van elk ontwerp. Maar de voeling met alle nevenfuncties blijft cruciaal. Waar nodig/ mogelijk gaan we allianties aan met gespecialiseerde bureaus. Het resultaat is steeds een verrijking: zowel voor het project als voor alle betrokken teams. De opgedane kennis en ervaring nemen we steeds mee naar de volgende projecten. En net dat is kenmerkend voor ons bureau: kijken met een ruime blik, opportuniteiten zien over de grenzen van specialismen en een synthese maken op basis van gewogen beslissingen die veel verder gaan dan het louter architecturale.”
“In ons portfolio is er dan ook een enorme diversiteit. Niet alleen in schaalgrootte, maar ook in de aard van projecten: van nieuwbouw tot verbouwingen, van privéwoningen tot openbare gebouwen en van interieur details tot stedenbouwkundige concepten. Ook deze verscheidenheid houdt ons bureau scherp, de ideeën fris. Waardoor we nieuwe projecten steeds met een open en enthousiaste onbevangenheid aanvatten.”
Wat zijn de ambities binnen het bureau zelf? Groeien?
Peter Van Impe: “Neen. We zijn met 8. Op een gegeven moment waren we met meer, maar plots kwam het besef dat we geen nieuwe medewerkers moeten zoeken voor als maar meer projecten, maar eerder enkel gericht toezeggen op projecten voor het team dat we hebben.”
“In eerste instantie werden we ons bewust dat het in het huidige arbeidsklimaat zeer veel energie vraagt om op zoek te gaan naar nieuw bloed met de juiste kwalificaties. We besloten niet meer mee te gaan in die stresserende zoektocht naar de perfecte medewerker.”
“Maar het was meer dan dat. Doorheen de jaren heeft zich hier een hecht team gevormd waarmee het erg fijn samenwerken is. Een geëngageerde groep die voor elkaar door het vuur gaat. Ik zie het als mijn taak om die sfeer en dat engagement te valoriseren door hen het comfort en de zekerheid te bieden dat ze ook kunnen blijven samenwerken. Dit door ervoor te zorgen dat er steeds werk is. En dat wil zeggen: niet te weinig, maar ook niet te veel.”
“Die beslissing straalt trouwens positief af op onze projecten en onze opdrachtgevers. Zij kunnen blijvend rekenen op een hoogstaande kwaliteit en snelle dienstverlening met een ‘persoonlijke toets’.”
Hoe werken jullie binnen het bureau?
Peter Van Impe: “Vandaag ben ik oprichter en zaakvoerder. Draag ik als enige de eindverantwoordelijkheid. Dat is onze huidige structuur, en die werkt. Maar dat wil niet zeggen dat die in de (nabije) toekomst niet kan veranderen. Naar aanleiding van ons 15-jarig bestaan organiseerden we binnen ons team enkele workshops waarin we samen op zoek gingen naar het DNA van het bureau, naar onze eigen én gezamenlijke doelstellingen. Nu en in de komende jaren.”
“Daarbij communiceerde ik dat ik opensta voor alle vormen van samenwerking. En dat kan gaan van doorgroeimogelijkheden binnen het team tot zelfs samenwerkingen of versmeltingen met andere bureaus.”
“Zelf ben ik ook ‘in transitie’. Jaren aan een stuk verkondigde ik fier dat het getal in AST77 ook stond voor ‘7 op 7’. Opdrachtgevers en medewerkers konden me steeds bereiken. Maar intussen is het mijn ambitie om dit ietwat terug te schroeven. Geen 9 to 5, maar wel een 5 op 7. Let op: we willen de ambities niet terugschroeven! Maar wel de tijdsbesteding. Groeien om te groeien mag nooit de drijfveer zijn. Kwaliteitsvol werk en ontzorging van de klant zijn dat wel.”
“In dat opzicht word ik sinds enkele jaren administratief en organisatorisch bijgestaan door mijn vrouw. Eén dag per week zorgt zij voor een welkome verlichting van mijn job. Maar haar aandeel in het bureau willen we niet verder uitbreiden, omdat we een professionele onafhankelijkheid wel boeiend vinden en na een werkdag graag elk onze eigen ervaringen uitwisselen.”
Wat is jullie visie op architectuur?
Peter Van Impe: "Ons kantoor tracht bij elk project in te zetten op verschillende parameters. Naast architecturale creativiteit zijn dat sociaal engagement,, ecologie en ruimtelijkheid.”
“Sociaal engagement: er bestaat zoiets als het ‘recht op wonen’. Als architect is het onze plicht om dat recht voor iedereen zo kwaliteitsvol mogelijk in te vullen. En dat gaat verder dan de woning zelf. Denk aan buitenruimte, mobiliteit, werken, ontspannen, cultuur- en natuurbeleving … Om dit alles te realiseren in ons dichtbevolkt landje waar de prijzen steeds steviger worden, zetten we best meer in op gedeeld ruimtegebruik participatie om de nog beschikbare ruimte zo efficiënt en zinnig mogelijk te benutten.. Maar dit lukt niet altijd. Velen voelen zich (nog) niet geroepen om deel te nemen aan een deeleconomie. Of verzetten zich daar stellig tegen. NIMBY is en blijft een belangrijk obstakel. Als architecten moeten we ons blijven inzetten om creatieve oplossingen uit te werken én bouwheren mee te nemen in dat verhaal.”
“Ecologie: duurzaam bouwen is een absolute noodzaak. Waar we niet zo lang geleden nog spraken over de leefbaarheid voor verre toekomstige generaties, heeft de realiteit ons als een sneltrein ingehaald. Met onze hedendaagse manier van bouwen en leven hypothekeren we het leven van onze kinderen, zelfs al ons eigen leven! De gevolgen van de klimaatsveranderingen zijn er niet overmorgen. Ze zijn er al vandaag en ze zullen steeds meer ons leven impacteren. We zijn hier nog te weinig mee bezig. Het moet sneller. Steviger. Omarm duurzame innovaties. Denk, ontwerp en bouw zoveel mogelijk ecologisch, duurzaam, circulair. Of hoe je het ook wil noemen.”
“Ruimtelijk: wat doen we best met de nog beschikbare ruimte? Verder verkavelen en ter beschikking stellen van projectontwikkelaars? Wat met de al ingenomen ruimte? Met lintbebouwing? Hoe organiseren we onze waterhuishouding? Ons energieverbruik? … Architecten moeten stoppen met elk op hun eiland te werken. Alles zou best in kaart worden gebracht, knopen doorgehakt, een masterplan ontwikkeld. Er moet een regisseur komen die een duurzame ruimtelijke toekomst naar voor schuift, uitwerkt en bewaakt. Waarin uiteraard voldoende vrijheid is voor persoonlijke, menselijke invullingen en creativiteit. De overheid werkt aan die nieuwe ruimtelijke krijtlijnen. Maar opnieuw moet het veel sneller, verder en ambitieuzer.”
“Belangrijk bij al deze parameters is het inzicht dat de economie functioneert als katalysator. Floreert die, dan is er veel mogelijk. Sputtert de motor, dan moeten we (vaak) terugschroeven. Onze eigen ambities bijstellen opdat bouwheren niet afgeschrikt worden. Die economie was de laatste jaren op zijn minst turbulent. Corona en de oorlog in Oekraïne zorgden voor stilstand, schaarsheid en ongeziene prijsstijgingen. De impact ervan op de manier waarop we bouwen was en is nog steeds enorm.”
“Een andere katalysator is het beleid, de regelgeving. Anders dan bij de economie is dit (haast) altijd een vertragende factor. Als ontwerpers willen we sneller gaan. Toch is het niet allemaal kommer en kwel. Gestaag gaan we ook via de regelgeving naar een betere wereld. Denk aan de Green Deal, Klimaatneutraal, de Blue Deal,, het Renovatiepact, Vlaanderen Circulair,, het promoten van collectieve en duurzame mobiliteit,, de initiatieven om de CO2-uitstoot in te perken, Totem, LCA… Als je even de tijd neemt om achterom te kijken, raak je toch snel aan een indrukwekkende lijst veranderingen.”
“Dat alles is uiteraard op macroniveau. En niet echt evident om als klein kantoor hier onze stempel op te kunnen drukken. Wat niet wil zeggen dat we geen bijdrage kunnen leveren. In elk van onze opdrachten trachten we bouwheer en andere bouwpartners mee te nemen in dit verhaal, dit is onze sterke overtuiging maar ook onze maatschappelijke rol. Streven we naar ‘integrale kwaliteit’ om op zoveel mogelijk parameters zo hoog mogelijk te scoren. Uiteraard binnen de economische mogelijkheden én de geldende wetgeving. Veel kleintjes maken een grote.”
Hoe wordt een project praktisch aangepakt?
Peter Van Impe: “Elk project volg ik op de voet. Van eerste contact tot uiteindelijke oplevering en ontzorging. Klanten kunnen dus vertrouwen op meer dan 20 jaar expertise. Maar uiteraard doe ik niet alles zelf. Ons team is erg goed op elkaar ingespeeld en we verdelen de taken onderling zodat iedereen zijn eigen kwaliteiten het beste kan uitspelen.”
Hoe belangrijk zijn ontwerpwedstrijden voor jullie bureau?
Peter Van Impe: “Niet. We doen bewust slechts zeer af en toe mee aan ontwerpwedstrijden. 90 % van onze opdrachten verkrijgen we vanuit ons bestaande netwerk van bouwheren en via mond-aan-mond reclame. Ik ben me er van bewust dat dit een zeer comfortabel uitgangspunt is, een luxe die we moeten koesteren. Dit maakt evenwel dat we van bij de start elke opdracht in nauwe samenwerking met de bouwheer en andere bouwpartners kunnen laten groeien naar creatieve oplossingen. Dit soort intense participatieve samenwerkingen leiden tot kwalitatieve en inventieve antwoorden. En dat is hetgeen waarvoor bouwheren bij ons terug komen.”
“De andere 10 % van onze tijdsbesteding gaat naar het ontwikkelen en uitbouwen van eigen maatschappelijk geïnspireerde en regiogebonden initiatieven. Dat houdt ons scherp, verruimt onze blik. Bovendien lijkt het ons een meer zinvolle invulling van de budgetten die we anders moeten aanwenden om te participeren aan wedstrijden. Maatschappelijk gezien is het echt zonde hoeveel creatieve werkuren er nu nutteloos worden besteed aan het proberen binnenhalen van wedstrijden.”
Wat zijn precies deze ‘maatschappelijk geïnspireerde en regiogebonden initiatieven’?
Peter Van Impe: “Als bureau dat gevestigd is in de Tiense binnenstad voelen we ons sterk betrokken bij de kwaliteit van de stadsruimte. In 2013 startten we op eigen initiatief een ruimtelijk onderzoek naar mogelijkheden en oplossingen om deze duurzaam te verbeteren. Het bleek het begin van een intrigerend traject, dat geleidelijk onze hele stad wist te enthousiasmeren.”
“In 2014 resulteerde het onderzoek in de eerste editie van ‘Parklife’. Een nu jaarlijks terugkerend sociaal-maatschappelijk evenement in het Tiense Stadspark, ooit het kloppende groene hart van de stad. Vroeger ontvluchtten mensen er de drukte, speelden jonge gezinnen er met hun kinderen en maakten ouderen er hun dagelijkse wandeling. Maar ondanks zijn centrale ligging en zijn schitterende historische plantencollectie vervult het tegenwoordig deze functies te weinig. Volgens ons verdient het Stadspark beter. We willen het opnieuw laten uitgroeien tot een plek waar mensen elkaar ontmoeten, een plek waar elke Tienenaar trots op kan zijn. Verder willen we meteen ook de ecologische en historische waarde van het park herwaarderen en versterken. Parklife was een ontmoetingsevent om samen met burgers en lokale organisaties na te denken over hoe we dit ook daadwerkelijk kunnen realiseren.”
“In ParkLife 2015 bouwden we hierop voort, én gingen we nog een stap verder. We zetten toen in op de ‘Toekomst van de volledige stad’. Op welke manier willen wij in de stad leven? Hoe komen we samen tot een rechtvaardige samenleving? Hoe kunnen we onze ecologische voetafdruk verkleinen en tegelijk onze levenskwaliteit verhogen?”
“Iedere editie opnieuw gaan we een stapje verder. En ontwikkelen we nieuwe, aanverwante nevenevents. Zo denken we in een StadsForum na over initiatieven om Tienen te laten uitgroeien tot een creatieve, sociale, ecologische en ruimtelijk aantrekkelijke stad. En organiseren we in nauwe samenwerking met andere lokale trekkers (betrokken burgers en verenigingen) lezingen, workshops en ontmoetingsmomenten.”
Hoe kijk je naar de toekomst?
Peter Van Impe: “Reikhalzend en met grote verwachtingen. Het wordt een verrassende rit in een wildwaterbaan met enorme mogelijkheden. Vol kansen en obstakels. Een inspirerende en uitdagende tijd waarin we onszelf steeds weer zullen moeten heruitvinden, want de huidige versnelling is immens.”
“Kijk bijvoorbeeld naar technieken. Vroeger waren die er niet. Diegene die de voorbije decennia toch werden ontwikkeld, werden tot voor kort pas op het einde van het ontwerpproces geïntegreerd. Daarbij werd gezocht naar een goed plekje waarin alles zo compact mogelijk werd weggemoffeld. De laatste jaren is dat compleet veranderd. Technieken zijn nu het eerste, belangrijkste en meest impactvolle in een ontwerp. En dat niet alleen … Ze evolueren constant. De vraag die ons nu bezighoudt: hoe rijmen we die voortdurende evolutie met een gebouw dat er zo lang mogelijk moet staan? Die enorme uitdaging zal steeds complexer worden. Niet alleen op gebouwniveau, maar ook op alle andere schalen. En dit is slechts één van zoveel meer voorbeelden.”
Duurzaamheid versus integrale kwaliteit
Peter Van Impe: “Duurzaamheid is geen kwestie van materiaalkeuze alleen. Duurzaamheid voor gebouwen met een levensduur van meerdere generaties, is in de eerste plaats zorgen voor flexibiliteit en inpassing in de ontwikkeling van de omgeving als geheel. Het is helaas onvermijdelijk dat bouwen het milieu belast. Maar hoe kan een ontwerp ervoor zorgen dat deze negatieve consequenties tot een minimum beperkt worden en de positieve beleving verder geoptimaliseerd wordt?”
“Integrale kwaliteit is voor ons een nauwkeurigere term dan duurzaam bouwen. Integratie duidt namelijk op een dynamische combinatie van de verschillende aspecten die betrekking hebben op het algehele ontwerp- en bouwproces. Het wijst op een optimaal samenspel van; de situatie, de beheersing van het klimaat door gebouw en installatie en de daarvoor benodigde inzet van grondstoffen in de vorm van materialen en energie. En de visie op de factor tijd/economie, de waarde en duurzaamheid van de ingezette middelen op de korte- en lange termijn.”
Wat is de grootste uitdaging/ bedreiging voor architecten?
Peter Van Impe: “Waar architecten vroeger vooral ontwierpen en daarna de werf opvolgden, is ons takenpakket nu veel omvangrijker. Redenen te over: een veelheid aan betrokken actoren, een steeds breder en stringentere regelgeving, een complexere manier van ontwerpen en bouwen ... Daarnaast zorgt ook de actualiteit voor een boeiende, uitdagende periode. Er is soms geen staal beschikbaar, we vinden geen dakwerker, een buurtplatform diende een klacht in … En tot slot worden aan een rotvaart innovaties op ons losgelaten waardoor we onszelf eigenlijk constant moeten bijscholen om maar een beetje mee te zijn.”
“Waar het bouwproces vroeger een lineair gegeven was van ontwerpproces, integreren van technieken, verkrijgen van een vergunning en het effectieve bouwproces … is dit nu veel meer een continue evoluerend proces. Als ontwerpbureau moet je voortdurend klaarstaan om creatief en vooral flexibel oplossingen aan te reiken voor problemen waar er vroeger zelfs niet over werd nagedacht.”
“Hét grootste probleem daarbij is dat het takenpakket dus zienderogen groeit, de verantwoordelijkheid verzwaart ... Maar dat de architect daar niet meer wordt voor gevaloriseerd. Onze rol is niet langer leidinggevend. Zeker voor grotere projecten werken we steeds meer in bouwteam en hoewel daarin absoluut veel positieve elementen zitten, zien we dat onze rol steeds meer overschaduwd wordt door de andere bouwpartners. Vooral grotere aannemersbedrijven staan aan het roer. En dat houdt gevaren in. Een onafhankelijke partij moet het overzicht behouden, de kwaliteit bewaken en commerciële belangen verzoenen met die van de buurt, de maatschappij en toekomstige generaties. Architecten zijn die partij. Wij moeten weer én componist én dirigent worden van het orkest. En vanzelfsprekend… daar ook correct voor vergoed worden!
“We lijken het momentum verloren, maar het is mijns inziens cruciaal en prioritair om het laken terug naar ons toe te trekken. De Orde van Architecten kan dit recht trekken, waar mogelijk geruggesteund door verwante architectenorganisaties die al meer ervaring hebben in kwaliteitsvol lobbywerk.”
“In dat opzicht pleit ik er ook voor dat de Orde zelf transformeert. Om zo meer te wegen op het beleid. Kijk naar de Orde van Notarissen. Nog niet zo lang geleden het toonbeeld van een grijze organisatie die weinig of geen initiatief nam. Maar sinds een geslaagde hervorming blinkt die uit in vooruitstrevende, innovatieve ideeën die ook daadwerkelijk worden gerealiseerd. Onze Orde moet diezelfde beweging maken en professionaliseren. Eén van de maatregelen kan daarbij zijn dat architecten zelf geen mandaat meer oppakken. Het is een fulltime job die je niet kan combineren met een eigen bureau. En pas als we gekwalificeerde mensen hebben die zich fulltime inzetten voor het architectenberoep zullen we weer stappen vooruit kunnen zetten.”
Nog iets dat je wil meegeven aan onze lezers?
Peter Van Impe: “Wij als architecten zijn niet met alles meer mee – dat is ook niet mogelijk. Maar het blijft onze taak om met al onze huidige kennis en ervaring (én die van de gebundelde bouwpartners) een juist en toekomstgericht advies te geven aan de bouwheer. Zodat die uiteindelijk een gewogen en doordachte keuze kan maken.”