Renovatieverplichting voor niet-residentiële én particuliere woningen: hoe zit dat net?
Wat is de bredere doelstelling van de nieuwe regelgeving?
Minister Demir: “28 % van onze Vlaamse CO2-uitstoot is afkomstig van gebouwen waar nog te vaak de energie en ook het geld naar buiten vliegt via onder meer slecht geïsoleerde daken en ramen. Niet alleen in particuliere woningen is dat het geval, ook bij niet-residentiële. Met de invoering van een renovatieverplichting voor nieuwe eigenaars van niet-residentiële gebouwen verhogen we de renovatiegraad én investeren eigenaars in een lagere energiefactuur voor zichzelf.”
“Maar, in het hele klimaatverhaal is het belangrijk om te zorgen voor sociale rechtvaardigheid. Daarom sta ik er ook altijd op dat de zwaarste schouders de zwaarste lasten dragen: de industrie, de bedrijven, de niet-residentiële sector… Ja, daar vragen we meer en snellere inspanningen van.”
“Getuige daarvan het feit dat al vanaf 1 januari 2022 een renovatieverplichting geldt voor niet-residentiële gebouwen. Wie vanaf 1 januari 2022 de nieuwe eigenaar, opstalhouder of erfpachter wordt van een niet-residentieel gebouw dat nog niet voldoet aan de minimale eisen, zal binnen de vijf jaar na het verwerven de nodige maatregelen moeten uitgevoerd hebben om aan deze eisen te voldoen.”
“Voor particulieren kiezen we ervoor om vanaf 1 januari 2023 een renovatie op te leggen. De meeste energieverslindende woningen, EPC label E of erger, moeten 5 jaar na verkoop (notariële overdracht) een renovatie doorvoeren tot minstens label D, waar dat bij niet-residentiële gebouwen label C is.”
Wat houdt de renovatieverplichting in?
Minister Demir: “De renovatieverplichting voor niet-residentiële gebouwen geldt voor elke niet-residentiële gebouweenheid die je vanaf 1 januari 2022 ‘verwerft’: bij een notariële overdracht in volle eigendom (zoals een aankoop), en bij het vestigen van een opstalrecht of erfpacht op alle gebouweenheden met een niet-residentiële bestemming. Het kan gaan om kantoorgebouwen, banken ...”
“Binnen de vijf jaar na overdracht van een gebouweenheid, moet het aan energiebesparende maatregelen voldoen. Daar bovenop moeten kleine niet-residentiële gebouwen vanaf 2022 een energielabel C of beter behalen en moeten grote niet-residentiële gebouwen vanaf 2023 in een minimaal aandeel hernieuwbare energie voorzien.”
“Elk jaar veranderen in Vlaanderen 100.000 woningen van eigenaar: 73.000 eengezinswoningen en 28.000 appartementen. Daarvan hebben ongeveer 43.000 woningen een energieprestatiecertificaat lager dan label D. Dat wil zeggen dat 4 op de 10 overgedragen woningen enorm energieverslindend is. We focussen op deze gebouwen.”
“De renovatieverplichting voor particuliere gebouwen geldt voor energieverslindende woningen met E-label of erger. Zij worden gevraagd om te renoveren tot minstens een D-label binnen de vijf jaar na het tekenen van de notariële akte. Men heeft daarbij de vrije keuze uit een heel gamma aan renovatiemogelijkheden. Bovendien voorziet de overheid een renteloze lening om mensen hun renovaties op een zeer voordelige manier uit te voeren, bovenop bestaande premies. Een win-win dus.”
Hoe zit het met de handhaving ervan?
Minister Demir: “Om aan te tonen dat het pand aan de renovatieverplichting voldoet, moet men ten laatste vijf jaar na de overdracht van het pand een geldig EPC kunnen voorleggen waaruit blijkt dat aan de eisen van de renovatieverplichting werd voldaan.”
“Voor niet-residentiële gebouwen is ervoor gekozen dat wie de renovatieverplichting niet naleeft, een administratieve geldboete riskeert. Via het EPC kan het VEKA (Vlaams Energie- en Klimaatagentschap) nagaan of voldaan is aan de renovatieverplichting. Als uit het EPC blijkt dat voldaan is aan de vereisten van de renovatieverplichting, dan voldoe je. Als er geen EPC aanwezig is, of uit het aanwezige EPC 5 jaar na overdracht blijkt dat niet aan de vereiste energieprestatieniveaus is voldaan, dan kan het VEKA een administratieve geldboete opleggen van 500 tot 200.000 euro. Het VEKA legt tegelijk een nieuwe termijn vast waarbinnen men ook nog aan de verplichting moet voldoen.”
“Voor residentiële gebouwen wordt momenteel nog het systeem uitgewerkt, dat rekening zal houden met het feit dat het om particulieren gaat.”
Is hier vooraf / ad hoc rond samengezeten met de bouwsector? Hoe is ingespeeld op hun bezorgdheden?
Minister Demir: “Effectief. De invulling van de renovatieverplichting werd vooraf breed afgetoetst bij de verschillende stakeholders.”
Om de bezorgdheden van de sector tegemoet te komen, zorgt de overheid voor heel wat financiële ondersteuning bij de energetische renovatie van een niet-residentieel gebouw, zoals:
- Verhoogde investeringsaftrek;
- Korting op de onroerende voorheffing, van 50 % of 100 %, gedurende 5 jaar, bij een ingrijpende energetische renovatie van een niet-residentieel gebouw;
- Energiepremies van de netbeheerders;
- Investeringssteun van Elia
“Ook voor de particuliere renovaties werd voorzien in voldoende ondersteuning, een belangrijke sociale randvoorwaarde voor de invoering. Zo komt er een renteloze lening bovenop alle bestaande premies, maar wie renoveert naar een hoger label C, B of A kan vanaf 2023 zelfs een lening met een negatieve rente van tot -1,5 % krijgen, waardoor de eigenaar zelfs geld krijgt (!) van de Vlaamse overheid om de renovatie op te starten.”
Snel dit artikel gratis lezen?
Maak eenvoudig en gratis een account aan.
-
Lees elke maand een aantal plus-artikels gratis
-
Kies zelf welke artikels je wil lezen
-
Blijf op de hoogte via onze nieuwsbrief