‘Time for bold ideas!’
Fusie van twee teams
Hans Janssen: “Toen ik in 2005 8 office architects opstartte, richtten we ons vooral op het ontwerpen en realiseren van retailprojecten, kantoorgebouwen en sporthallen. Maar geregeld gingen we ook aan de slag met openbare projecten zoals het Red Star Line Museum, de nieuwe inkomzone en roofvogelvolière in de Zoo van Antwerpen en het olifantenverblijf in Planckendael. Dergelijke projecten waren een speciale uitdaging waar we met plezier onze tanden in vastbeten. Tonen wat we in onze mars hadden.”
“Als bij toeval kwamen we zo in contact met Veelaert architecten. Op korte tijd werkten we samen twee grote projecten uit in Antwerpen. De eerste kennismaking was bij de Dams, de herbestemming van een voormalige meisjesschool op de Meir tot residentieel complex. In plaats van elk afzonderlijk de ontwerpwedstrijd hiervoor te proberen winnen, besloten we toen de krachten te bundelen. Hetzelfde deden we voor de herontwikkeling van het oude postgebouw op de Groenplaats. En met succes. Voor beide projecten werd onze tijdelijke vereniging aangesteld.”
“Van bij de start klikte het goed en ook gedurende het hele traject werkten onze teams heel constructief samen. Dus toen Jan Veelaert niet veel later vroeg om mee na te denken over de toekomst van zijn bureau, kwamen we al snel tot een overeenkomst. Dat leidde tot bold architecten, ontstaan uit de fusie van onze twee vennootschappen, met mezelf en Rein Geens van 8 office als vennoten. Jan werkte nog enige tijd mee als ontwerper, maar heeft intussen – in héél goede verstandhouding – afscheid genomen en geniet nu van zijn pensioen.”
Op zoek naar het bold idea
Rein Geens: “Een groot voordeel van de fusie was dat de projecten van beide bureaus complementair waren. Veelaert legde zich voornamelijk toe op residentiële- en retailprojecten buiten de stad, terwijl 8 office vooral binnenstedelijk werkte. Veelaert deed ook aan masterplanning, wat bij 8 office minder aan bod kwam. Door de fusie kunnen we nu heel breed werken. Wat een flinke meerwaarde is voor onze medewerkers.”
“Tijdens de fusiegesprekken hingen we letterlijk de projecten waar we fier op zijn aan de muur en stelden ons de vraag waarom. Het bleek niet te gaan over de stijl, vorm of kleur, maar over het idee dat we konden integreren, realiseren. Het gaat over de goesting om telkens weer door te dringen naar de kern van de onderzoeksvraag en daar een insteek te vinden die niet voor de hand ligt. Die gedurfd is, stoutmoedig. Bold. Die zorgt voor een meerwaarde voor het project.”
Hans Janssen: “Pas op, zo’n bold idea gaat over veel meer dan het bedenken van een opvallend ontwerp. In onze architectuur gaan we steeds op zoek naar oplossingen die even krachtig als elegant als doordacht als duurzaam zijn. Architectuur is op z’n best als het op alle vlakken ambitieus is. Als het een antwoord biedt op de vraag hoe we als maatschappij willen samenleven, als het ook nadenkt over hoe een gebouw binnen vijftig jaar kan functioneren, als het ook ruimte biedt aan meer abstracte begrippen zoals geborgenheid en emotionaliteit. En, op een meer praktisch niveau, als het ook de financiële en technische uitdagingen van een project rigoureuze aandacht geeft.”
Start to BIM
Rein Geens: “De naamswijziging was één van de eerste stappen in een geleidelijk traject. Want veel meer dan een nieuwe naam was het de perfecte aanleiding om onszelf als bureau opnieuw in vraag te stellen, te herdenken. Zo stoften we bijvoorbeeld onze serverstructuur af én besloten we om met het hele team over te stappen naar BIM.”
“We kwamen immers tot de nuchtere vaststelling dat deze evolutie zich sowieso zal doorzetten. En dat het beter is om nu op de kar te springen in plaats van de trein te missen. Het was de start van de befaamde ‘struggleperiode’. Maar eenmaal het stof was neergedaald en we allemaal vertrouwd waren met het systeem ontdekten we de absolute meerwaarde. Er kroop meer tijd in de ontwerpfase, maar op de werf waren er hierdoor een pak minder verrassingen. Mogelijke fouten werden vooraf gedetecteerd en opgelost waardoor je uiteindelijk tijd wint. Zelfs indien geen enkele andere bouwpartner BIM zou toepassen, zouden we het wellicht nog gebruiken voor al onze projecten. Maar BIM heeft dus vooral door het samenwerken met andere bouwpartners zoveel meer voordelen. In deze fase zien we wel nog heel wat groeimogelijkheden en groeipijnen in dit samenwerken. Maar eenmaal het systeem volwassen is - en de meeste van de bouwpartners er vertrouwd mee zijn – zullen de voordelen gigantisch zijn. Niet alleen tijdens de bouwfase trouwens, maar gedurende de hele levensduur van een gebouw.”
Absoluut hoogtepunt van het fusietraject was echter de verhuis naar onze nieuwe locatie in Berchem (zie hieronder).
Duurzaamheidschecklist
Hans Janssen: “De verhuis was het feitelijke einde van onze ‘transitieperiode’, al kom je natuurlijk nooit echt tot stilstand. Dat willen we zelfs helemaal niet, al mag het toch even iets rustiger” (lacht).
“Op de planning staat onder andere nog het ontwikkelen van een eigen checklist rond duurzaamheid. Waar we aan de hand van kritische vragen verschillende duurzaamheidsaspecten in een project al zeer vroeg in de ontwerpfase willen aftoetsen. In vraag stellen. Antwoorden op kunnen formuleren. Zo’n checklist zal daarbij zeker niet academisch zijn, maar eerder hands-on. … Maar het project zit dus nog in de pipeline.”
Bold over statuut erfgoedobjecten
Hans Janssen: “Nog iets wat best wordt aangepakt? Ja. Ons land telt bijzonder veel erfgoedobjecten met verschillende statuten. De discussie over wat waardevol is, is vaak moeilijk en ook subjectief. Voor geïnventariseerd bouwkundig erfgoed ligt de beslissing bij de stedelijke diensten Onroerend Erfgoed. We zouden volgens ons moeten streven naar verschillende benaderingen afhankelijk van het erfgoedstatuut en de erfgoedwaarde van een gebouw. Gebouwen die effectief beschermd zijn als monument zouden nog beter beschermd moeten worden, terwijl er bij sommige gebouwen - geïnventariseerd als bouwkundig erfgoed – en met een lagere erfgoedwaarde misschien meer ontwerpvrijheid zou moeten kunnen zijn.”
“In Antwerpen bijvoorbeeld is het hele gebied binnen de Leien CHE-gebied en daardoor ‘wenselijk te behouden’. Dit ‘catch all’ principe bemoeilijkt het hele ontwerpproces enorm. Want binnen dit geheel zitten er ook heel wat gebouwen die deze bescherming absoluut niet verdienen. Let op: dit betekent niet dat we als architecten ons huiswerk niet meer moeten maken en onze voorstellen niet goed moeten beargumenteren. Zeker niet. Maar het overleg over de ingrepen mag ons inziens conceptueler gevoerd worden. Nu wordt het vaak heel administratief afgehandeld. Hoe het beter moet, ligt buiten onze bevoegdheid. Al willen we uiteraard graag meedenken over mogelijke oplossingen.”
Niet groeien om te groeien
Rein Geens: “Hoe we de toekomst van ons eigen bureau zien? Wel, groei is zeker en vast niet onze drijfveer. In totaal tellen we nu een 25-tal medewerkers. Op deze schaal vinden we het fijn werken. We hebben voldoende kennis in huis om als professioneel bureau naar buiten te treden, met ervaren mensen en de nodige slagkracht om elk project in België aan te kunnen. Nu zit het vooral in plezier vinden en breed gaan in de projecten die we aannemen. Die diversiteit en wisselwerking houdt het voor ons en onze medewerkers boeiend. En dat is als drijfveer absoluut voldoende.”
Priesterwoningen omgevormd tot architectenhub
Hans Janssen: “Vlak na de fusie hadden we twee teams op twee locaties. Dat moest uiteraard veranderen en dus gingen we op zoek naar een nieuwe stek. Die vonden we door een kaart te maken met daarop de woonplaatsen van alle medewerkers en daarvan het middelpunt te bepalen. In die buurt gingen we op zoek en kwamen we uit op de site van het Sint-Stanislascollege in Berchem.”
Op deze site bevonden zich priesterwoningen die in 1923 werden gebouwd naar ontwerp van architect Jan De Vroey. Het gebouw had een L-vormig grondplan en vier bouwlagen. Op het gelijkvloers werden toen rijkelijke spreekkamers ingericht, een refter met bijhorende keuken en een portiersloge. Op de verdiepingen bevonden zich de effectieve woningen met telkens een studiekamer en een slaapkamer. Later ging een deel van deze inrichting verloren toen de priesters het pand verlieten en de ruimtes werden ingezet als studentenkoten.
“Met man en macht gingen we aan de slag om het gebouw om te vormen tot nieuwe werkstek voor onze architecten. En met succes. Een opmerkelijke transformatie leidde tot een nieuw en hedendaags kantoorgebouw waar we eind december vorig jaar samen met Patine architecten introkken.
Authentieke elementen
Rein Geens: “In de voorgevel gingen we terug naar de originele sobere lijstgevel uit 1923. De storende voorzetgevel uit de jaren ’50 werd hiervoor verwijderd. De oorspronkelijke achtergevel in baksteenmestelwerk bleef wel behouden.”
“De gelijkvloerse verdieping wordt nu gemeenschappelijk gebruikt en bevat ontvangstruimtes, een refter en een keuken met bar. Alle waardevolle historische interieurelementen bleven bewaard en werden gerestaureerd: moulures, lambriseringen, glas in lood, terrazzo- en mozaïekvloeren. Ze verlenen het kantoor een unieke sfeer. Het is net door deze ruimtes dat de locatie leeft. Samen met de bar en het terras zorgen ze voor sfeer en gezelligheid. En die werkt echt teamversterkend.”
Ruime kantoorruimtes
Rein Geens: “De verdiepingen, waar de originele afwerking was verdwenen, vormden we om tot ruime kantoorruimtes. Het maatmeubilair kan daarbij ingezet worden om in verschillende combinaties samen te werken. Ook de ledverlichting is hieraan aangepast: ze geeft een uniforme verlichting over de hele ruimte.”
“Naast de werkplekken zijn er op elke verdieping spreekruimtes en ruimtes om online vergaderingen te volgen. Bij de inrichting bleef de balkenroostering van de vloeren zichtbaar. Ertussen werden vilten akoestische panelen geplaatst. De wanden en vloerbekleding werden in helder wit afgewerkt, de houten invulwanden behielden hun natuurlijke kleur.”
Ontwerpstudio
Hans Janssen: “In het gebouw voorzagen we een ‘ontwerpstudio’. Een fysieke plek, maar vooral een idee, een concept. Op geregelde tijdstippen komen we hier met het team samen om een project kritisch onder de loep te nemen. Door er met z’n allen naar te kijken – ook met wie er helemaal niet bij betrokken is - willen we een tunnelvisie vermijden. Het laat ons toe om onszelf elke keer opnieuw in vraag te stellen, open te staan voor kritische bedenkingen en nieuwe ideeën en zo the bigger picture niet uit het oog te verliezen.”
“Iedereen in onze ontwerpstudio is gelijkwaardig, er is geen sterarchitect die alles beslist. Meer zelfs, ook andere bouwpartners, en zelfs klanten worden soms betrokken in het denkproces. En aan het einde van de rit haalt het beste en meest gefundeerde idee het. Zo simpel is het. Dankzij deze manier van werken doorbreken we de workflow en blijven we fris en gefocust. Zowel in ontwerpfase als in uitvoering.”
Bereikbaarheid troef
Rein Geens: “Het is fijn werken in de stad, het geeft een heel andere ambiance. Bovendien is het kantoor voor de meesten makkelijk bereikbaar via het openbaar vervoer of met de fiets. Wat echt een herademing is. Waar er vroeger 22 wagens voor de oprit stonden te niksen, is dit nu gereduceerd tot 3 à 4 wagens. De rest kiest erg bewust voor een alternatieve, meer duurzame verplaatsing.”
Snel dit artikel gratis lezen?
Maak eenvoudig en gratis een account aan.
-
Lees elke maand een aantal plus-artikels gratis
-
Kies zelf welke artikels je wil lezen
-
Blijf op de hoogte via onze nieuwsbrief