Abscis Architecten realiseert complexe binnenstedelijke projecten met meerwaarde
“Abscis Architecten bestaat ruim dertig jaar, maar recent hebben drie jonge partners het roer overgenomen: ir. arch. Arthur Van Cauwenberghe, arch. Sofie Eggermont en ikzelf. Ons team bestaat gemiddeld uit een veertigtal medewerkers: een ervaren kern omringd door heel wat jonge enthousiaste architecten, vertelt ir. arch. Pieter De Smet, partner bij Abscis Architecten.
Het kantoor is gegroeid vanuit de publieke sector waaronder universiteitsgebouwen, scholenbouw, administratieve centra, cultuurcentra e.a.. Geleidelijk aan is daar een privaat aandeel bijgekomen met o.m. residentiële ontwikkelingen en kantoorgebouwen. Abscis was een voorloper inzake de Publiek-Private Samenwerking (PPS). Haar portfolio is zeer breed en gedifferentieerd, waardoor het van alle markten thuis is.
“In een tijdsgeest waarin kwalitatief verdichten een absolute must is, is Abscis zich steeds meer gaan richten op complexe binnenstedelijke projecten met bijzondere aandacht voor ruimtelijke en maatschappelijke meerwaarde. Daar komen immers diverse programma’s samen en het is net die interactie die bijzondere kwaliteiten in zich draagt en de architectuur laat leven. Mensen die daarvoor open staan en begrijpen wat dat inhoudt, contacteren ons omwille van onze contextuele en duurzame aanpak”, weet Pieter De Smet.
Abscis Architecten is een multidisciplinair ontwerpbureau en omvat stedenbouwkundig ontwerp en landschapsontwerp, architecturaal ontwerp en interieurvormgeving. Ze stelt voor elke opdracht een gespecialiseerd team samen uit deze disciplines, aangevuld met externe partners zoals diverse ingenieursbureaus, specialisten in akoestiek, communicatieverantwoordelijken, erfgoeddeskundigen, kunstenaars, sociologen, … De rol van de architect wordt meer en meer die van coördinator-ontwerper, die de diverse disciplines coördineert en verbindt en erover waakt dat de opdracht uiteindelijk convergeert naar een geïntegreerd ontwerp met maatschappelijke kwaliteit op lange termijn.
“De buurt wenst heel dikwijls geïnformeerd te worden en zelfs betrokken te worden bij de opdracht en het is ook verstandig om hen daarbij te betrekken om een draagvlak te creëren. De architect fungeert heel dikwijls als bemiddelaar om de diverse belangen van de verschillende stakeholders op één lijn te krijgen”, stipt de partner van Abscis Architecten aan.
Abscis Architecten wil verder kijken dan het programma van eisen en daarbinnen zoeken naar de meerwaarde op lange termijn voor alle stakeholders. “We zijn sterk in complexe opdrachten. We streven naar een gerichte dialoog in een participatietraject, want daarin speelt iedereen zijn rol. Uiteraard proberen we daar grensverleggend te zijn; het is belangrijk om de klant duidelijk te maken wat de impact is van wat hij wenst te realiseren voor hemzelf en de omgeving en om samen toekomstgericht te denken in de brede betekenis van het woord”, beklemtoont Pieter De Smet.
Abscis Architecten haalt de meeste publieke projecten binnen via wedstrijden.
“Publieke opdrachten zijn immers gebonden aan de wet van de overheidsopdrachten. Dat we geregeld wedstrijden winnen, stelt ons gerust. Privé werken we vooral op basis van vertrouwen”, licht Pieter De Smet toe.
Het Gentse kantoor legt zich zowel toe op universiteiten en hogescholen als op het secundair, lager en kleuteronderwijs en onderwijsgebouwen voor mensen met een beperking.
“We waren één van de spelers in Scholen van Morgen. Zo voerden we voor MPI Zonneken (GO!) in Sint-Niklaas een pilootproject uit dat in 2015 werd opgeleverd: een school voor kinderen met een beperking (autisme) waarbij ook een internaat werd ontworpen. Dit project was een test voor dit scholenbouwprogramma en één van de eerste projecten die in de toenmalige scholenbouwformule werd gerealiseerd. Ook in het kader van Scholen van Morgen realiseerden we in 2018 twee campussen voor een aantal scholen in het vrij onderwijs in Kortrijk. Op Campus Plein renoveerden we een zijvleugel van het Fort tot internaat en bouwden we een extra paviljoen met een nieuwe refter. Op Campus Diksmuidekaai realiseerden we een derdegraadsschool (renovatie + nieuwbouw), een nieuwe kleuterschool naast de kapel en een nieuwe tweedegraadsschool met sportzaal”, meldt hij.
Het kantoor hield ook de tekenpen vast voor een aantal gelijkaardige projecten, zoals Campus KTA op het Casinoplein in Gent en het masterplan en de realisatie van KA Ninove, beide GO!.
Op de campus voor de scholengroep vzw VLOT! leverde Abscis Architecten recent nog een pas in gebruik genomen schoolgebouw op.
“De context bestond uit een vrij chaotische campus met secundair onderwijs, samen met lager onderwijs en kleuteronderwijs. De campus miste structuur en was omringd door bewoning. Het concept structureerde de volledige campus en bracht hiërarchie. Het ontwerp bestaat uit twee volumes, één groot volume met binnenpatio centraal op de campus en een kleiner poortgebouw aan de straatkant. We hebben een strategische plaats bepaald voor een vijflagige nieuwbouw met een 24-tal klassen die aan de straatkant wordt aangekondigd door een poortgebouw. Beide volumes worden visueel verbonden door luifels waardoor eenheid gecreëerd wordt op de campus. We ontwierpen tevens een vernieuwende omgevingsaanleg”, licht hij toe.
Ook het interieur en de afwerking behoorden tot de opdracht. Co-teaching vergt een andere infrastructuur met flexibele ruimtes en verschillende meubilairopstellingen, waarmee rekening is gehouden in het concept.
“Er is plaats voorzien voor het Legolab voor de eerste graad dat ook onafhankelijk van de school kan worden gebruikt. Het project, dat kon rekenen op een positieve feedback, is recent opgeleverd en sinds begin dit schooljaar in gebruik. Deze school werd gerealiseerd met huursubsidies”, duidt de partner van Abscis Architecten.
“In het hoger onderwijs werkten we mee aan de Campus KU Leuven in Brugge (de eerste campus van de Leuvense universiteit in deze stad) . Het gebouw herbergt een aantal opleidingen van de VIVES-hogeschool, met enerzijds een aantal labo’s en practicalokalen en anderzijds leslokalen. Het in 2018 opgeleverde gebouw bestaat uit twee boven elkaar geplaatste gesloten volumes met daartussen een transparante public layer. Vanop deze laag kijk je uit op de perrons van het Brugse treinstation en vanop de trein of de perrons heb je onmiddellijk contact met deze transparante laag, wat een mooie wisselwerking creëert. Er is tevens een buitenterras op dit niveau”, luidt het.
Volledig in BIM
Abscis Architecten BIMt al zijn gebouwen. BIM staat voor Building Information Modelling, waarbij een intelligent virtueel model wordt opgebouwd als drager van de meest uiteenlopende parameters. “Ook dit gebouw is volledig geBIMd, zelfs door de aannemer. We kozen voor een vrij complexe gevelmodellering in wit architectonisch beton. De productietekeningen werden overgenomen uit ons BIM-model en de foutenmarge bij uitvoering was werkelijk nihil. Ondanks de strakheid van het gebouw schenken de reflectie van het licht en de veranderende stand van de zon het een speels karakter”, meldt Pieter De Smet.
Het kantoor ontwierp nog een aantal andere projecten voor de KU Leuven op campus Gasthuisberg waaronder het laboratoriumgebouw Onderwijs & Navorsing 4 (O&N4) met ruimte voor onderzoeksgroepen van het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB), 30.000 m² labo’s en kantoren. Recent werd het onderzoeksgebouw Onderwijs & Navorsing 1 bis (O&N1bis) van de KU Leuven opgeleverd, dat het nieuwe Vaardigheidscentrum Anatomie en een aantal biotechnologische laboclusters huisvest.
“Voor de KU Leuven renoveerden we voorts nog het Farmaceutisch Instituut, een labogebouw dat dateert van eind negentiende eeuw en dat werd omgevormd tot een open leercentrum (studielandschap), een 24/24 open plaats waar studenten kunnen leren en elkaar kunnen ontmoeten. De bijzondere negentiende-eeuwse architectuur met inbegrip van de zeer kenmerkende labotafels werd met respect geïntegreerd in het nieuwe ontwerp”, luidt het.
Abscis Architecten participeert in een vrij groot project in Belval voor de Universiteit van Luxemburg. Op deze brownfield in het westen van Esch-sur-Alzette ontwikkelt het Fonds Belval een nieuw stadsdeel vanuit een gemengd programma met o.m. een onderwijs- en een residentieel gedeelte.
“We werkten er al mee aan het nieuwe universiteitsgebouw Maison des Sciences Humaines binnen een bestaand masterplan van de Nederlandse architect Jo Coenen. Ook hier zoeken we de interactie van diverse programma’s en zijn we op zoek naar sociale cohesie binnen dit stadsdeel”, verklaart de architect-partner.
“Voor UAntwerpen ontwierpen we de bibliotheek en de kantoren van de faculteit Rechten. Andere referenties zijn de kunstencampus van HoGent op de Bijloke (KASK en Conservatorium) en de Technologiecampus van KaHo Sint-Lieven in Gent. Abscis Architecten renoveerde tevens een aantal gebouwen op campus De Sterre en het volledige Ledeganckcomplex voor UGent. Deze gebouwen stammen uit dezelfde tijdsgeest van de jaren ‘60 van vorige eeuw en zijn tot op vandaag belangrijke getuigen van het modernisme. De uitdaging bestond erin deze gebouwen te voorzien van hedendaags comfort met respect voor hun bijzondere erfgoedwaarde. De werken aan het Ledeganckcomplex vonden gefaseerd plaats, waardoor het gebouw in werking kon blijven gedurende de werffase. Het programma omvatte voornamelijk labo’s, kantoren en in een derde fase het GUM (Gents Universiteitsmuseum) dat recent werd geopend voor het grote publiek. Momenteel werken we nog aan het ontwerp van de faculteit Bio-Ingenieurswetenschappen van UGent in Kortrijk. Het betreft een zeer flexibel en makkelijk uitbreidbaar gebouw dat heel strategisch werd ingeplant en de campus structureert. Voorts hebben we steeds een aantal wedstrijden lopen, waar ik momenteel uiteraard niks meer over kan zeggen”, signaleert Pieter De Smet.
Abscis Architecten werkt ook regelmatig in een tijdelijke vereniging met andere architectenkantoren.
“Zo werken we samen met andere architecten aan de renovatie van de Hasseltse Herkenrodekazerne voor UHasselt, waar op termijn het rectoraat wordt ondergebracht. Op dezelfde site is momenteel een privatieve residentiële ontwikkeling in aanbouw, waar we eveneens bij betrokken zijn als architect en de ontwerpcoördinatie op ons nemen. Dit binnenstedelijke complex wil met een mix van functies en een combinatie van renovatie en nieuwbouw een geheel nieuwe dynamiek creëren. De toekomst bestaat uit de opwaardering van dat soort binnenstedelijke sites”, meent de architect.
Hij constateert dat vaak niet alleen het ontwerp belangrijk is, maar ook de financiering.
“Helaas is in ons land veel te lang te weinig geïnvesteerd in publieke infrastructuur (bruggen en wegen, zorg, schoolgebouwen) en vandaag wreekt zich dat. Het is toch schrijnend dat een school een budget moet bijeen zien te schrapen om haar dak te vernieuwen? De huidige samenwerkingsvormen zijn vooral ontstaan vanuit een financieringsmodel, waarbij de overheid integraal een beroep doet op de private markt. Dit betekent een verschuiving in ons beroep, waarbij we meer en meer rechtstreeks werken voor een private partij, die de overheid faciliteert met een sleutel-op-de-deur-project. Dit impliceert dat de gebruiker niet langer een één-op-éénrelatie heeft met de ontwerper. Vele gebruikers zijn zich hier niet volledig van bewust”, maakt hij een kanttekening.
Bij de opvolger van het Scholen van Morgen-programma worden op basis van een DBFM-formule scholenclusters in de markt gezet, waarbij ieder team samengesteld is uit een ontwerper, aannemer, financier en onderhoudspartij.
“Zo werden we reeds geselecteerd voor een aantal clusters, maar momenteel wachten we nog op de bestekken van de gunningsfase. Pas dan begint het echte werk en vat een heel intensieve wedstrijdfase aan”, merkt hij op.
Architecten dienen garant te staan voor ruimtelijke en maatschappelijke kwaliteit en cruciaal hierbij is uiteraard het duurzaamheidsaspect. Dit is een heel breed verhaal en start met het bepalen van de bouwsite (mobiliteit, draagkracht, waterhuishouding, …), maar gaat tegelijk over de toepassing van hernieuwbare energievormen of van circulair bouwen.
“Dit ligt echter niet alleen in onze handen. De ambitie van de bouwheer speelt hier een cruciale rol. Het is ons taak de bouwheer bewust te maken van zijn rol en de impact die hij heeft op de omgeving”, klinkt het.
“Omwille van ons duurzaamheidsstreven focussen we ons op binnenstedelijke complexen omdat we vinden dat de kwaliteit in de stad nog wel wat groeimarge heeft. Dat leert ons ook de coronacrisis: voor velen was de lockdown geen pretje omdat ze gevangen zaten in hun studio of appartementje, zonder terras of buitenruimte. Verdichting kan alleen als er voldoende ruimtelijke kwaliteiten aanwezig zijn in de onmiddellijke omgeving. De interactie met semipublieke en publieke ruimte is hier van uitzonderlijk belang en die zullen we waar mogelijk mee ontwerpen. Gebouwen zijn geen losstaande objecten. In die zin staat onze architectuur altijd in relatie tot de context. Ze komt pas tot leven in interactie met haar gebruikers en haar omgeving”, besluit Pieter De Smet.
Snel dit artikel gratis lezen?
Maak eenvoudig en gratis een account aan.
-
Lees elke maand een aantal plus-artikels gratis
-
Kies zelf welke artikels je wil lezen
-
Blijf op de hoogte via onze nieuwsbrief