Energieneutraal gebouwd: luchtdicht bouwen met Zwaluw®
Luchtdichtheid is cruciaal voor een goede energie-efficiëntie. Door het bouwen van een luchtdichte constructie voorkomt u ongewenste luchtstromen. Zo blijft kostbare warme lucht binnen, terwijl de koude buitenlucht niet onbeheerst naar binnen kan komen. Bostik biedt u met het Zwaluw®-assortiment voor Luchtdicht bouwen alle benodigde producten en kennis om een huis te (ver)bouwen dat voldoet aan de principes van energiezuinig en passief bouwen.
Overheden stellen al geruime tijd eisen aan de energieprestaties van woningen. Op basis van de richtlijnen van BEN (bijna-energieneutraal bouwen) in België en BENG (bijna energieneutraal gebouw) in Nederland is het Zwaluw®-concept Luchtdicht Bouwen ontwikkeld rondom deze vier pijlers:
Luchtdichtheid: de ongewenste luchtstromen tussen binnen en buiten voorkomen.
Thermische isolatie: de energie-efficiëntie van een gebouw verbeteren en condensatie binnen de gebouwschil voorkomen.
Slagregenkering: een waterdichte maar ademende barrière aan de buitenkant van het gebouw.
Geluidsisolatie: Diverse producten dragen bij aan een geluidsreductie.
Bostik -
Compleet assortiment
Het Zwaluw®-assortiment Luchtdicht bouwen bestaat uit tapes, membranen, flexibel PU-schuim en kitten. Met de verschillende producten hebt u alles in handen voor het luchtdicht maken van de gebouwelementen gevel, vloer & dak, kozijnen en beglazing.
Voor luchtdichting bieden wij luchtdichte, dampdoorlatende tapes zoals o.a. de Zwaluw Luchtdicht Tape of de luchtdichte Zwaluw Butylband en een verspuit- of verkwastbare coating, de Hybriseal® 306 Coating.
Voor slagregenkering kunt u onder meer gebruik maken van slagregendichte en ademende Zwaluw Compress Band BG1 of kitten zoals Hybriseal® Façade.
Voor thermische isolatie, en ook luchtdichting, hebben wij de uitermate flexibele Zwaluw Elast-O-Foam.
Beglazingsvoegen werkt u af met een hybride afdichtingskit, zoals de Hybriseal® 2PS.
Alle Zwaluw® Luchtdicht bouwen producten voldoen aan één of meerdere internationale kwaliteits- en milieukeurmerken. Op de Zwaluw®-website vindt u daar uitgebreide informatie over, alsmede informatie over het uitvoeren van berekeningen.
Hoe ver wil je op reis met je besparing door isolatie? De Ardennen of de Caraïben? Het is een beetje choqueren, maar toch zit er een stevige waarheid in deze oneliner. Want enkel wie isoleert én ventileert én luchtdicht bouwt bespaart pas echt fiks op zijn energiefactuur. Wie enkel isoleert, zal zijn beoogde winsten naar buiten zien vliegen door de vele kiertjes in het gebouw. En dus minder ver kunnen reizen. Of nog erger: ziek in bed liggen omdat er geen verse lucht gecontroleerd door het pand wordt gestuwd. Benieuwd naar het verhaal achter al deze levenswijsheden? Welkom, bij deze nieuwe Ronde Tafel …
De Heilige Drievuldigheid
Om onze klimaatdoelstellingen te halen én het leefcomfort van zijn burgers te vergroten, zetten de verschillende regeringen in ons land enorm in op het isoleren van de gebouwenschil. En hoewel er nog heel wat werk aan de winkel is, investeerden de afgelopen decennia heel wat gezinnen, bedrijven en overheden in het isoleren van daken, gevels en zelfs vloerplaten. De ‘return on investment’ beloofde immers groot te zijn. Economisch (mede dankzij de subsidiering) verdiende de investering zich in no time terug, zo klonk het. Er zou fiks minder verwarmd moeten worden. Bovendien steeg het comfortgevoel in de woning. Meer nog. Ecologisch verminderde onze CO2-uitstoot en werd onze ecologische voetafdruk beperkter. Een duidelijke win-win op alle vlakken dus. Maar was/ is dat wel zo?
Wel, uiteraard is het een zeer belangrijke stap in het optimaliseren van een gebouw. Maar het mag duidelijk zijn: louter isoleren is niet voldoende. Nog twee andere parameters spelen een cruciale rol in dit verhaal. En dat wie hieraan niet of onvoldoende aandacht besteedde tijdens hun nieuwbouw- of renovatieproject, haalt zich op termijn heel wat ‘shit’ op de hals.
Nick Haring: “De combinatie van isolatie, ventilatie en luchtdichtheid is de garantie op een grote besparing op de energiefactuur, een gezonde leefomgeving, akoestisch comfort én een bouwconstructie met een lange levensduur.”
Die parameters zijn luchtdichtheid en ventilatie. Enkel wie de drie begrippen combineert zal écht economisch en ecologisch winst boeken en een gezonde woning realiseren.
Waarom eerst gaten in een gebouw vullen om er dan nieuwe te maken? Het lijkt weggesmeten geld? Wel … het is net het tegenovergestelde!
Naast het luchtdicht plaatsen van isolatiemateriaal is het ook belangrijk om de ongecontroleerde luchtstromen – in de volksmond tocht genoemd - in je gebouw zoveel mogelijk te beperken. Door luchtdicht te bouwen, wordt de isolatie pas echt performant.
Frank Putteneers: “Louter isoleren is zoals het aantrekken van een dikke jas. Om warm te krijgen, zal je die toch moeten dichtritsen. Hetzelfde geldt in een gebouw. Om een goed werkende isolatie te krijgen, moet je de gaten en kiertjes dichten.”
Maar … Met het luchtdicht afwerken van de gebouwschil, voorkom je niet alleen dat lucht binnen- en buitenglipt via tochtkanalen, je houdt ook het vocht tegen dat zich bevindt in de warme lucht in het gebouw. En wanneer deze lucht niet tegengehouden wordt door een dampremmende luchtdichte laag, gaat deze condenseren tegen het koude deel. Het gevolg: schimmelvorming, houtrot en vochtige isolatie die (vaak) zijn isolatiewaarde verliest.
Nick De Landsheer: “Denk aan een thermofles. De belangrijkste functie is dat we een woning met thermisch comfort realiseren maar aan de binnenkant van een thermos druppelt ook het vocht naar beneden.”
Een dampscherm alleen is ook niet voldoende. Om het binnenklimaat gezond te houden moet je de vuile lucht afvoeren en gezonde buitenlucht binnenbrengen. En dat kan dan weer via ventilatie. Hiermee voer je ook vocht af en vermijd je schimmelvorming, je zorgt er ook voor dat schadelijke stoffen zich niet opstapelen in het gebouw. Je creëert met andere woorden een gezond omgeving voor het gebouw zelf én zijn gebruikers.
Nick De Landsheer: “Via luchtdicht bouwen voorkomen we ongecontroleerde luchtstromen. En dankzij ventilatie kunnen we de verwarmde verse lucht zo lang mogelijk doorheen de woning positief gebruiken en vraaggestuurd afvoeren in de vochtige ruimtes Keuken-Badkamer-Wc…”
Let op: ventileren is niet hetzelfde als verluchten. Het eerste behoudt (vaak) je thermische winsten, terwijl het laatste eigenlijk grote tochtgaten creëert. En dat ongecontroleerd doet. Zeker op koudere dagen zet je dus best geen ramen open. Want dit doet alle mogelijke positieve gevolgen voor thermisch comfort en een gezonde leefomgeving teniet. Bij een auto zet je toch ook de ramen niet open als de airco draait?
Wie luchtdicht bouwt moet dus ventileren. Maar ook het omgekeerde geldt. Ventileren in een onvoldoende luchtdicht gebouw zal steeds gebrekkig functioneren. Het ventilatietoestel kan immers onmogelijk de beoogde rendementen halen. Er is geen controle over de luchtstroom doorheen het gebouw.
Peter Benkö: “Isoleren én luchtdicht bouwen én ventileren is een totaalpakket dat voor ieder gebouw verplicht zou moeten zijn.”
Waarom is dit niet algemeen geweten / aanvaard / een beginprincipe bij de constructie of renovatie van elk gebouw? Wel, de afgelopen decennia lag de nadruk vooral op het isolatieverhaal. Een simplificatie die veelal diende om de sensibilisering makkelijk en verteerbaar te maken. Ook nu nog verschijnt in veel (vak)media het onvolledige verhaal. Daardoor denken nog steeds veel bouwheren en zelfs bouwprofessionals dat je door enkel grondig te isoleren een performante en gezonde buitenschil hebt. Verkeerd dus.
Bram Desmet: "Een goede kennis en opleiding rond isolatie en luchtdichtheid is cruciaal voor elke uitvoerder"
Gelukkig zien we dat het luchtdichtheidsverhaal langzaamaan toch begint door te sijpelen. Dat steeds meer bouwprofessionals mee zijn. En dat ook goed ingelichte bouwheren weten dat we hen niet op kosten willen jagen. Integendeel zelfs. De recente energiecrisis heeft daar zeker toe bijgedragen.
Maar dit besef moet nog veel breder doorsijpelen. En daar kunnen we met z’n allen toe bijdragen: fabrikanten, media, voorschrijvers, studiebureaus en uitvoerders.
En ook de overheid kan helpen. De regelgeving zou best op twee plaatsen worden aangepakt: de combinatie isolatie, ventilatie en luchtdicht bouwen zou – zowel voor nieuwbouw als renovatie – verplicht moeten worden in plaats van optioneel.
Bij de EPB-regelgeving is het verschil van E100 naar E30 bij nieuwbouw nu op tal van manieren te bereiken. Het is bijna een soort menukaart waar voorschrijvers naar eigen goeddunken uit kunnen kiezen (Ook de U-waardes zijn trouwens niet mee geëvolueerd met de normen en eisen). In de praktijk betekent dit dat veel ontwerpteams luchtdichtheid verwaarlozen. We plaatsen wel een extra zonnepaneel, klinkt het. Qua punten scoor je dan wel hetzelfde, maar in realiteit kan dit nooit tegen elkaar opwegen. Een luchtdicht gebouw is zoveel crucialer! Het zou daarom veel meer moeten doorwegen. Niet alleen bij nieuwbouw trouwens, ook bij verbouwingen.
De regelgeving moet aangepast worden, het zou verplicht moeten worden opgenomen in het lastenboek. Buildwise (het vroegere WTCB) kan hier mee aan de kar trekken door een luchtdichtheidsnorm te bepalen.
Frank Putteneers: “Bijvoorbeeld: n50 ≤ 1,5 luchtwisselingen per uur voor nieuwbouw en n50 ≤ 2 bij renovatie. Als sector willen wij daar zeker mee rond nadenken, met experts rond de tafel zitten.”
Vertrouwen is goed, controle is beter?
Verder komt er best ook een onafhankelijke controle op luchtdicht bouwen. De luchtdichtheid van een gebouw kan in kaart gebracht worden door een blowerdoortest. Op dit moment is die optioneel. Eenverplichte blowerdoortest zou naar ons inziens niet alleen leiden tot meer performante gebouwen, maar ook tot een betere aandacht voor luchtdichtheid. Zowel bij het ontwerp als bij de plaatsing.
Bram Desmet: “In ons land ligt de nadruk nog te veel op het product zelf. Op de correcte plaatsing ervan is er te weinig controle. Terwijl die net heel belangrijk is. Geprefabriceerde producten kunnen daar een deel van de oplossing zijn."
Let wel: een dergelijke controle wordt best door een onafhankelijke partij uitgevoerd. Niet door de betrokken aannemer of door een zusterbedrijf van een projectontwikkelaar. Dergelijke praktijken zijn op dit moment al gedeeltelijk een halt toegeroepen. Want een test moet steeds vooraf verplicht gemeld worden aan de BCCA, die dan de blowerdoortest kan bijwonen. Een eerste goede bijsturing, maar het mag zeker nog strenger zodat de kwaliteit en de betrouwbaarheid ervan nog vergroot.
En het moet daar zeker niet ophouden. Een andere interessante denkpiste kan bijvoorbeeld een periodieke keuring van de gebouwschil zijn. Bijvoorbeeld elke 25 jaar, zoals bij elektriciteit.
In nieuwbouwwoningen is ventilatie verplicht, een goede zaak uiteraard. In realiteit ondervinden we dat een aantal gebruikers het systeem na oplevering uitschakelen omwille van de (lichte) geluidshinder. Niet slim. Maar ongezonde lucht die je niet ziet, weegt blijkbaar minder zwaar door dan wat gezoem op de achtergrond.
Precies daarom ontwikkelden fabrikanten een app die de luchtkwaliteit in de kamers toont aan de gebruiker. Met kleurcodes zien ze op elk moment van de dag en voor elke ruimte hoe gezond het binnenklimaat is. Daarbij kan (een aangeschakeld) systeem ingrijpen, of kan de gebruiker zien of de parameters eventueel moeten worden bijgesteld. Liggen de gebruikers toch wakker van het aantal decibel? Er zijn systemen op de markt die akoestisch top zijn.
Belangrijk is het beseft dat ventilatie cruciaal is voor de gezondheid van de gebruikers én het gebouw zelf. Zowel in nieuwe als bestaande woningen. Schakel het dus niet uit.
Het belang van een correcte constructie
Een gebrekkige uitvoering van de luchtdichting kan de investering in dakisolatie voor een groot deel teniet doen. En precies dat is één van de grootste uitdagingen:
Een doeltreffende luchtdichting is immers niet altijd eenvoudig. Dit zowel door de beperkingen van de constructie, de manier van bouwen, de realiteit op de bouwwerf als door de opeenvolging van werken van verschillende aannemers. Waar de ene aannemer zorgt voor de luchtdichting, doorboort of verwijdert de andere deze deels om zijn taak te realiseren.
Hendrik Snauwaert: “Een gebouw is pas luchtdicht als alle aanhechtingen correct werden uitgevoerd én er achteraf geen nieuwe openingen in het systeem werden gemaakt (om bijvoorbeeld technieken te installeren).”
Let op: we werpen hierbij geen steen naar aannemers. Soms kan het in het praktijk ook niet anders. Daarom wordt best al van bij het ontwerp van een gebouw rekening gehouden met de praktische uitvoering ervan.
Hiernaast kan het zeker geen kwaad om uitvoerders te blijven informeren, sensibiliseren, overtuigen van het nut. En hen op te leiden in een correcte installatie van producten en systemen. Alles verandert tegenwoordig immers supersnel. Innovaties en nieuwe inzichten volgen elkaar op de voet. Je kan niet meer zoals vroeger decennialang dezelfde bouwtechnieken en materialen gebruiken. “Ik heb het altijd zo gedaan”, is echt niet meer van deze tijd. Letterlijk. Levenslang leren zou zich ook in ‘den bouw’ moeten doorzetten.
Nick De Landsheer: “Vijftien jaar geleden (het begin van het EPB-verhaal)heb ik mijn vader, een ervaren architect gevraagd om het huis van mijn gezin te ontwerpen, te realiseren en op te volgen. Ik vroeg hem toen doorgedreven isolatie, ventilatie en luchtdichtheid te voorzien, al snel leidde dit tot een confrontatie. Enerzijds met de aannemer (de goede uitvoering nam meer tijd dan voorzien) anderzijds met mezelf als opdrachtgever. Hij verklaarde me gek. Weet je wel hoe moeilijk dat dat is om dit zonder fouten gerealiseerd te krijgen? Niemand doet dat (jaar 2008)! Is ventilatie echt noodzakelijk? Ik gaf hem een co2-meter voor in zijn slaapkamer. Een paar dagen later kwam hij terug met de vraag naar informatie en raad. Sindsdien is mijn vader (gepensioneerde architect) één van onze meest overtuigde ambassadeurs.” Vraaggestuurde ventilatie op basis van vocht en co2 is de norm geworden. Nu is de renovatie aan de beurt.”
Ook voorschrijvers moeten helemaal doordrongen raken van de noodzaak aan deze totaaloplossing voor elk gebouw dat ze ontwerpen. Ze moeten het niet alleen voorzien en in hun bestek plaatsen, maar bijna even belangrijk is dat ze er al van in de ontwerpfase gedegen rekening mee houden. En een juiste manier van uitvoeren bepalen zodat de mogelijkheid tot fouten bij de uitvoering tot een minimum worden herleid. We beseffen dat dit opnieuw zorgt voor bijkomende complexiteit bij het ontwerp en voor een meer intense opvolging en coördinatie tijdens de werken. Maar het is absoluut nodig.
Om het allemaal wat dwingender te maken, willen we Buildwise (het vroegere WTCB) vragen om de bovenstaande inzichten om te zetten in aanbevelingen, en deze zelfs te laten evolueren naar verplichtingen.
“Ook het opleidingspakket zou moeten worden aangepast. Tot voor kort hoorde je pas over luchtdicht bouwen en ventileren na het afstuderen. Dat moet beter. Architecten moeten doordrongen zijn van de noodzaak, en hun kennis ervan doorgeven aan de bouwheer en de andere leden van het bouwteam.”
Samen de kar trekken
“Fabrikanten van isolatie, ventilatie en luchtdichtingsoplossingen kunnen in dit alles zeker hun steentje toe bijdragen. Niet door vanop hun eiland enkel hun producten aan de man te brengen. Maar het hele verhaal te brengen, zodat gebouwen ook effectief performanter, energiezuiniger en gezonder worden
Via hun communicatiemiddelen, workshops, opleidingen, praktijkdemonstraties, road shows … kunnen ze voorschrijvers informeren over het belang van de drie parameters, aannemers instrueren over het correct installeren en aansluiten van kwalitatieve materialen, wetgevers aanporren om het wettelijk kader aan te passen. Ook bouwheren zelf kunnen ze via talrijke communicatiekanalen correct informeren over het totaalconcept en de do’s en dont’s.
Waar is nu het meeste nood aan?
Er is nood aan bewustwording. Bij bouwheren. Maar ook bij architecten, aannemers, ingenieurs. Bij wetgevers. Iedereen moet beseffen dat het één onmogelijk zonder het ander kan. Wie niet in alle drie de elementen investeert of ze niet correct uitvoert, zit met een kaduuk product en komt op (korte) termijn al in de problemen. Zowel met de gezondheid van de gebruikers als deze van het gebouw zelf.
Enkel door de juiste boodschap, het volledige verhaal te blijven uitdragen zullen steeds meer mensen het licht zien en hun kennis doorgeven. Zodat het uiteindelijk toch parate kennis wordt die vastgebeiteld zit in een doordachte regelgeving. Media zoals Renoscripto zijn daarin belangrijk. Vermijd ruis. En blijf de volledige boodschap brengen.
Prefab waar mogelijk?
Hoe kunnen we zeker zijn dat tapes of andere middelen die de luchtdichtheid moeten verzekeren correct zijn uitgevoerd?
Producten en systemen van veel fabrikanten worden steeds kwalitatiever (al zijn er nog steeds goedkopere en inferieure producten op de markt die na jaren niet meer werken). Maar het schoentje knelt vooral bij het correct installeren én het naadloos op elkaar laten aansluiten van de verschillende materialen en systemen op de werf.
Vooral bij nieuwbouw, maar ook bij het renoveren van bestaande woningen kunnen prefaboplossingen daarbij een zegen zijn. Off site gemaakte gebouwdelen die in een gecontroleerde omgeving geproduceerd zijn, zorgen automatisch voor ontwerp- en plaatsingsgemak. En beperken uitvoeringsfouten tot een minimum. Schakel ze dus in waar mogelijk.
Nieuwe woonvormen - opdelen, ‘co-wonen’, kangoeroewoningen, … de mogelijkheden zijn er, maar de huiver om die te omarmen, is groot. De bevolking moet een nieuwe mindset ontwikkelen, maar ook de overheid moet een (serieuze) duw in de rug…