Matthias Brusselmans en Philippe Brysse (A2D): “Architectuur mag nooit dwangmatig worden”
Hoe ontstond jullie bureau?
Matthias: “Al in 1986 stampten Bruno Delva en Karel De Mulder hun eigen architectenbureau uit de grond. Onder hun leiding groeide het bedrijf uit tot een multidisciplinair kantoor van 25 à 30 medewerkers waaronder (ingenieurs)architecten, stedenbouwkundigen, interieurarchitecten en interieurontwerpers.”
“Een heel divers team dus waarmee we een erg breed scala aan projecten aankunnen. Van XS tot XL, en van heel privé tot heel openbaar. Zo ontwerpen we voor sociale huisvestingen, particuliere woningen, studentenhuizen, kantoorgebouwen, publieke gebouwen… Projecten op kleine schaal, maar evengoed mastodontprojecten zoals De Langblokken in de Antwerpse wijk Luchtbal, waar we een kleine 700 appartementen renoveren van de beroemde modernistische architect Hugo Van Kuyck.”
“En net als de verscheidenheid in de bestemmingen van de gebouwen, is ook ons werkgebied uitgebreid. We zijn erg aanwezig in en rond Brussel en Leuven, maar niet exclusief. Zo hebben we ook werven in Antwerpen, Gent en zelfs in de Westhoek.”
Philippe: “A2D is dus al zo’n 35 jaar succesvol. En dat zal niet veranderen. Toch bevinden we ons vandaag in de aanloop naar een transitie. Want nog niet zo lang geleden gaven beide stichters te kennen dat ze het bureau op relatief korte termijn willen verlaten en gaan genieten van hun pensioen. Achter de schermen wordt daarom al een tijdje hard nagedacht en gewerkt om die overgang duurzaam en toekomstgericht te laten verlopen. Daarbij willen we het momentum ook aangegrepen om enkele doordachte accentwijzigingen en optimalisaties door te voeren. Een van de belangrijkste hiervan (maar zeker niet de enige) is het verhuizen naar een nieuwe locatie.”
Waarom die verhuisplannen? Voldoet de huidige locatie niet meer?
Philippe: “Ons architectenbureau bevindt zich nu in een lange hangar, verstopt achter enkele rijhuizen in de paardenmarktstraat in het Brusselse Tervuren. Niets mis met het gebouw op zich. Maar de vestiging is moeilijk bereikbaar. Je bent bijna verplicht om de auto te nemen, en dat past niet langer binnen de visie en waarden die we willen uitdragen. Ook bij A2D willen we ons steentje bijdragen aan een meer duurzame wereld. En dus drong een nieuwe locatie zich op.”
“De zoektocht naar een nieuw stek is intussen dus van de baan. Want we kochten dit historische maar ook afgeleefde complex in Molenbeek. Makkelijk bereikbaar met openbaar vervoer, de auto én de fiets. En aangezien de meesten van ons team in de buurt wonen: de ideale werkstek waar ook klanten en partners ons makkelijk kunnen bereiken.”
Matthias: “Het complex nieuw leven inblazen wordt echter een uitdaging. Een kunstenaarscollectief, huisjesmelkers, boxclub … De voorbije decennia raakten de gebouwen door verwaarlozing en inferieure invullingen steeds verder in verval. De kwaliteit van het geheel blijft echter onmiskenbaar. En een doordachte, duurzame invulling zou het geheel een nieuw leven schenken. Precies daar willen we met A2D heel graag onze schouders onder zetten.”
Philippe: “Ons nieuwe kantoor moet een referentieproject worden dat onze missie, visie en waarden sterk reflecteert. Het moet een duidelijk baken zijn dat toont waarvoor we (willen) staan, dat klanten overtuigt om samen met ons te streven naar nog kwalitatievere en duurzame projecten én dat ook nieuwe medewerkers inspireert om mee te komen schrijven aan het verhaal van A2D.”
Wat is precies die stijl, die waarden waar jullie voor staan?
Philippe: “Eerst en vooral zijn dit twee verschillende zaken. We hebben geen altijd en overal herkenbare ‘eigen stijl’. Er is geen duidelijke signatuur waaraan je een A2D-project van ver herkent. Daar geloven we niet in. Onze handtekening is er echter wel. Maar onzichtbaar. Het gaat steevast om kwalitatieve, zo duurzaam mogelijke, toekomstgerichte gebouwen. Om architectuur die op de meest logische manier antwoordt op de ontwerpvraag. Met het grootste respect voor omgeving, gebruikers, natuur.”
“Recent definieerden we de waarden waar ons bureau voor staat. Die bundelden we in vier kernbegrippen: duurzaamheid, design, hygge en respect.”
Wat verstaan jullie onder duurzaamheid?
Matthias: “Duurzaamheid is de absolute basis van onze architectuur. Het is een constante en steeds veranderende aanwezigheid in al ons werk. Maar je vraag is correct: duurzaamheid en circulariteit zijn verworden tot twee containerbegrippen waar je vaak alle kanten mee uit kan. En specifiek hier hebben wij als architecten een belangrijke rol te spelen.”
“Vandaag zijn veel bouwheren en andere stakeholders wakker geschud door de aanhoudende actualiteit. Ze vragen zelf om een duurzaam ontwerp, gebouw. Maar de meesten van hen weten niet hoe ze dat best realiseren. Het is aan ons architecten om de helikoptervisie te behouden en klanten te begeleiden in het maken van de juiste duurzame keuzes. Dit door het oplijsten van de mogelijkheden, het afwegen van de voor- en nadelen op korte en lange termijn, en door het blijven zien en schetsen van ‘the bigger picture’.”
Philippe: “We zijn daarbij geen ‘front runners’. Ons bureau staat niet op de barricades, we zien duurzaamheid niet als een dogma waarvoor alles moet wijken. Maar we zijn wel absoluut bij de ‘early adapters’. We onderzoeken welke duurzame producten, systemen, best practices en inzichten tot volle wasdom zijn gekomen. Ingrepen met duurzame meerwaarde die bewezen waardevol zijn om in te investeren. Deze trachten we zoveel mogelijk te incorporeren in onze opdrachten.”
“Klanten die nog niet 100 % mee zijn, proberen we ook aan boord te krijgen. Door hen duurzame opties aan te bieden en hun te overtuigen van die meerwaarde: economisch, ecologisch, voor de buurt, komende generaties, de eigen bedrijfsvoering en imago … Op die manier kunnen zij een geïnformeerde en meer gewogen beslissing maken.”
“We staan daarbij ook zelf open voor kennis, ervaring, nieuwe invalshoeken. Met plezier werken we daarom samen met ondernemingen die eenzelfde vooruitstrevende duurzaamheidsvisie delen. Mooi voorbeeld is ‘Natura Mater’, een adviesbureau gespecialiseerd in het werken met lokale duurzame materialen. Ze nemen elk van onze projecten onder de loep. En samen werken we dan verschillende mogelijkheden uit om het duurzaamheidsstreven te optimaliseren. In de sociale huisvesting De Leeuwerik in Brugge stelden we bijvoorbeeld samen een chappe voor, gemaakt uit gestampte aarde uit de buurt.”
Hoe zit het met de andere waarden?
Matthias: “Naast het duurzaamheidsstreven zien we design ook als een belangrijke waarde. Daarbij definiëren we dit als een zoektocht naar de subtiele dialoog tussen mensen, natuur en cultuur. We trachten steeds de essentie van architectuur bloot te leggen door een gereduceerde beeldtaal te gebruiken.”
“Ook ‘hygge’ - menselijke ervaringen - staan centraal. Onze architectuur dient als platform voor menselijke interactie. Daarom streven we ernaar om ruimtes te creëren die harmonieus en warm zijn. Die prachtig zijn door hun eenvoud. Die mensen aanmoedigen om contacten te leggen. Geslaagde architectuur werkt verbindend.”
“En tot slot blijven we streven naar respect voor en tussen alle betrokken. We proberen steeds te voldoen aan de behoeften van elk individu. Met groot respect, maar ook met zorg voor de grotere sociale context. Ons ontwerp ent zich waar mensen, natuur en cultuur elkaar ontmoeten.”
Hoe concretiseert zich dat allemaal in jullie toekomstige nieuwe stek?
Matthias: “Wat het nieuwe gebouw betreft willen we vooral … niet bouwen. Precies dat is één van de belangrijkste principes van circulair en duurzaam bouwen. Dat je de kwaliteiten van een bestaand gebouw valoriseert, inventariseert en incorporeert in je ontwerp. Idealiter gebruik je het gebouw ook waarvoor het was opgericht. In ons geval was dat als douanegebouw, waardoor een herbestemming in zijn oorspronkelijke functie niet meer mogelijk was.”
“Toch willen we de gebouwen opnieuw een invulling schenken die past bij hun identiteit. Liever dan het complex zelf te kneden naar een opgelegd invulling die te ver ligt van zijn oorspronkelijke functie. We kiezen dus doelbewust niet voor de makkelijkste weg. Want de gebouwen simpelweg omvormen naar lofts zou wellicht de eenvoudigste en economisch interessantste oplossing zijn. Neen, we willen de specifieke eigenheid, de identiteit van het gebouwenblok zoveel mogelijk respecteren. Het ‘laten doen wat het is’. Met lofts zou dat niet lukken.”
Philippe: “Daarnaast is er ook het duidelijke besef dat het gebouwencomplex te groot is voor ons architectenkantoor. Het is zo meteen wel een investering in de toekomst. Het is hier perfect mogelijk om een eventuele groei van ons bureau hoogkwalitatief op te vangen, zelfs indien die groei spectaculair zou zijn. Niet dat dit een must is, maar bij enkele vennoten leeft die droom wel. Op dit moment is het echter vooral de bedoeling om de site te delen met andere creatieve ondernemingen en gezinnen die de voordelen zien van gedeeld gebruik.”
Matthias: “De doelstelling van de reconversie is een soort ‘wonen en werken’ rond een aangenaam, inspirerend groen binnengebied met verschillende kwaliteiten. Doorheen de week is het een aangename plek om even te ontspannen, samen een koffie te drinken, frisse neus te halen en een ontmoetingsplek waar je samen met gelijkgestemden interessante, nieuwe invalshoeken kan krijgen. ’s Avonds en in het weekend moet het vooral een rustplek worden voor de bewoners van de appartementen. Maar het kan uiteraard ook in elkaar overlopen. Architectuur mag nooit dwangmatig worden.”
Hoe willen jullie dat precies realiseren?
Philippe: “Door het ‘nuttig inzetten van wat er al is’. Met een zo maximaal mogelijk respect voor de eigenheid van elk gebouw. Maar uiteraard zullen we ook ingrepen uitvoeren die het complex laten aansluiten bij de huidige en toekomstige normen en comfortbehoeften. Denk bijvoorbeeld aan het integreren van een lift om de toegankelijkheid te maximaliseren, het isoleren van de gebouwen langs de binnenkant, het maximaliseren van daglichttoetreding ...”
“Ook op materiaalniveau willen we daarbij onze ecologische voetafdruk tot een absoluut minimum beperken. Reeds aanwezige materialen inventariseren we en zullen we zoveel mogelijk recupereren en opnieuw inzetten. Waar toch extra materiaal nodig is, kiezen we voor de meest duurzame, lokale materialen.”
Bekijk enkele projecten van A2D
Waar willen jullie – naast het investeren in een nieuw gebouw – nog breken met het verleden en het heden?
Matthias: “Het streefdoel is duurzame continuïteit, breken is dus zeker niet het juiste woord. Maar we evolueren ook in onze organisatiestructuur.”
“Op dit moment wordt ons bureau gerund door vijf partners: naast Bruno en Karel, Matthias en ik is er ook nog Stefan De Lausnay. En hoewel we nog even met vijf blijven, willen we naar een ‘open structuur’ evolueren waarin medewerkers aandeelhouder kunnen worden. Het aantal aandelen zal daarbij het takenpakket, de rechten en plichten bepalen (en omgekeerd). Een dergelijke ondernemingsvorm zien we nu slechts zelden in architectenbureaus, maar is bijvoorbeeld al goed ingeburgerd in de advocatuur.”
Wat is het achterliggende idee ervan?
Philippe: “Het aantrekken en behouden van talentvolle medewerkers is vandaag een uitdaging, niet alleen bij ons – in zo goed als alle architectenbureaus en bij uitbreiding zelfs de hele bouwwereld. In die ‘war for talent’ moeten we onze sterke punten uitspelen, en die heeft ons bureau dus zeker! We bieden een stabiele omgeving met een stevige creatieve, kwalitatieve en duurzame drive. Daarnaast zit er ook kracht in ons team. In de wijze waarop we elke dag het beste geven voor elkaar. A2D is een hechte groep die voor elkaar door het vuur gaat.”
“Door het aanbieden van ‘ownership’ en ‘winstparticipatie’ willen we de reeds aanwezige betrokkenheid nog vergroten. De open structuur moet uitmonden in een werking waar je kan doorgroeien tot de positie die je zelf wil, waarin alle radartjes van het team zich goed voelen.”
“En met ons nieuwe gebouw voegen we aan dit alles dus nog een extra nieuwe dimensie toe. Er is immers geen betere creatieve stimulans dan werken in een inspirerende omgeving.”
Zijn er nog interne dynamieken die jullie willen aanpakken?
Matthias: “Absoluut. Op dit moment proberen we onze interne werking te stroomlijnen. We brengen in kaart wat er beter kan en hoe we dit kunnen optimaliseren, uniformiseren, systematiseren. Zodat er meer ruimte komt voor creativiteit en ‘joie de vivre’. Want we willen ons zeker niet verliezen in te strenge, te ver doorgedreven protocollen. Het uiteindelijk resultaat moet bevrijdend werken.”
Philippe: “In dit kader introduceerden we intussen al enkele innovaties. Eén van onze meest recente tools om aan kwaliteitscontrole te doen is onze wekelijkse ‘ontwerpvergadering’. Daarin zitten we samen met de vennoten en overlopen we de lopende projecten. Uiteraard niet allemaal en in de diepte – het zijn er meer dan 140 – maar per vergadering toch een aantal. Zo willen we de kwaliteit én onze visie blijven bewaken. Via opbouwende kritische bedenkingen stuwen we de projecten – waar nodig – naar een nog hoger niveau.”
“Verder is er over de middag vaak ruimte voor nuttige opleidingen. Op die manier doen we met heel het team aan kennisverwerving en -deling omtrent verschillende aspecten van ons beroep. En op vrijdagnamiddag stoppen we iets vroeger om met een natje en een droogje de teamspirit te versterken.”
Hoe is jullie ervaring met en zienswijze op architectuurwedstrijden?
Philippe: “Wedstrijden zijn en blijven voor ons heel belangrijk. Niettegenstaande hebben we toch problemen met de huidige formule. Het is alsof je 5-sterrenrestaurants een hele maaltijd laat voorbereiden en dan beslist waar je gaat eten én wie je uiteindelijk betaalt. Wat een verlies, verkwisting van middelen! Je verschuift gewoon de risico’s naar de architect. Zonder enige reden. En we gaan er nog in mee ook! In vele wedstrijden worden er twee of drie partijen gekozen die hun ontwerpen moeten uitkristalliseren. Vaak tot ze bouwaanvraagklaar zijn. En pas dan wordt er voor de uiteindelijke winnaar gekozen. Ridiculer kan het niet!”
“Opdrachtgevers beseffen te weinig wat ze vragen en wat de implicaties zijn. De verspilling van werkuren, van creativiteit is enorm. Het ontwerpbudget van een gebouw via wedstrijden is hierdoor gigantisch. Het wordt alleen niet meer uitgegeven door de bouwheer zelf, maar door de verschillende bouwteams – aannemer, architect, ingenieurs en andere betrokkenen.”
“Laat ons een einde maken aan dit perverse systeem. Zonder daarbij de voordelen teniet te doen. Het zou volgens ons zoveel eerlijker zijn om na de eerste fase al te kiezen. Geen twee of drie architectenbureaus, maar één winnaar die het vertrouwen krijgt. Eigenlijk net zoals bij een sollicitatie. Na het zien van de kandidaten beslissen aan wie je de job geeft. Je gaat daar toch ook geen drie man aan het werk zetten en na een half jaar beslissen met wie je verder gaat en wie je voor de afgelopen maanden betaalt?”
Waar willen jullie met A2D over tien jaar staan? Waar liggen jullie ambities?
Philippe: “Persoonlijk zou ik het bureau graag zien groeien. Een ontwerpcollectief van 50, 60 misschien zelfs 100 medewerkers? … Waarom niet? A2D mag wel geen mastodontfirma worden zoals dat van mijn vorige werkgever, Norman Foster. Waar elke medewerker gewoon een nummer, een radartje is in een machine dat vervangen kan worden zodra er zich een probleem stelt. Ons bureau moet een gedreven onderneming van mensen blijven. Waar we onze klanten kwalitatief, duurzaam en genuanceerd helpen hun doelstellingen te realiseren. Met af en toe graag een uitschieter, al is dat geen doel op zich.”
Matthias: “De grootte is voor mij minder belangrijk. Graag zou ik met ons bureau een ‘steen verleggen’. Nuttig bijdragen in de transitie naar een duurzamere wereld. Zowel in mijn rol als architect en als ondernemer.”
Beiden, na kort overleg: “A2D moet kunnen uitgroeien tot een soort ‘Rolling Stones’. Een zotte band die er na al die jaren nog steeds staat. Die stond en staat voor goede muziek met geregeld een stevige hit. En waar ‘rock ’n roll’ nog steeds de rode draad is.”