Minister Weyts zet ambitieus Masterplan Scholenbouw 2.0 in de steigers
Weyts’ aandachtspunten zijn vervat in het Masterplan Scholenbouw 2.0, dat een brede waaier aan actieterreinen aansnijdt. Hieronder geeft hij zijn visie op onderwijs weer.
Welke (maatschappelijke, educatieve, esthetische, visuele, historische, bouwkundige, toeristische, economische, functionele, verbindende, toekomstgerichte, ...) waarde hebben onderwijsgebouwen vooral voor u en waarom is het nodig om hierin veel te investeren? Hoe moet een goede school er volgens u uitzien (bv. flexibel, brede school ingebed in en open voor de buurt, …) en welke kwaliteiten moet ze bezitten?
Minister Weyts: Als Vlaams minister heb ik de ambitie om voor elk kind een kwaliteitsvolle plaats in het onderwijs te garanderen. Een school moet in de eerste plaats een tweede thuis zijn voor onze kinderen: een plaats waar ze zich veilig voelen en waar ze kunnen leren in de best mogelijke omstandigheden, maar waar ze ook kunnen spelen op een ruime en als het kan groene speelplaats. Bij de nieuwbouw of de renovatie van onderwijsinfrastructuur waken we erover dat die in eerste instantie spoort met het pedagogische beleid van de school, maar daarnaast is de functionaliteit van het schoolgebouw ook belangrijk.
Een echte buurtschool moet het kloppende hart van de lokale gemeenschap zijn. De schoolinfrastructuur, en dan zeker de sportaccommodatie, zou na de schooluren toegankelijk moeten zijn voor verenigingen in de buurt.
Wat zegt het Vlaamse Regeerakkoord 2019-2024 over schoolinfrastructuur?
Minister Weyts: Niet voor niets staat onderwijs als allereerste hoofdstuk helemaal bovenaan in het meer dan 200 pagina’s tellende Vlaams Regeerakkoord.
We investeren deze regeerperiode € 3 miljard in schoolinfrastructuur, nog eens € 500 miljoen of 20% extra ten opzichte van vorige legislatuur.
Capaciteitstekorten vormen een uitdaging. We willen dat ouders hun kind(eren) in de school van hun keuze kunnen laten schoollopen.
We focussen bij de bouw van nieuwe schoolgebouwen vooral op het secundair onderwijs, waar de komende jaren de noden het hoogst zullen zijn. Tegelijk blijven we voort investeren in de renovatie van verouderde schoolgebouwen, waarbij we o.a. met middelen uit het Klimaatfonds extra aandacht schenken aan ecologische duurzaamheid.
Zoals al eerder vermeld zou de schoolinfrastructuur ook ten dienste moeten kunnen staan van de lokale verenigingen. Sportaccommodatie of vergaderzalen kunnen na de schooluren gebruikt worden door bijvoorbeeld de lokale toneelkring of de volleybalploeg.
De Conceptnota Masterplan Scholenbouw 2.0 maakt gewag van € 3,078 miljard aan nieuwe investeringen in schoolinfrastructuur tijdens de legislatuur 2020-2024, waardoor een extra investeringsimpuls van € 500 miljoen wordt gegeven tegenover de vorige regeerperiode en die goed zijn voor ruim duizend nieuwe of gerenoveerde scholen
Ze biedt vooreerst een overzicht van de ter beschikking gestelde middelen:
- € 1,4 miljard voor vervangingsinvesteringen
- € 360 miljoen voor extra capaciteit
- € 1 miljard voor nieuwbouw via alternatieve financiering (derde DBFM-programma)
- € 318 miljoen voor nieuwbouw via extra huursubsidies
Daarnaast komen nog tal van interessante thema’s aan bod:
- de strategische doelstellingen van dit masterplan (o.a. de aandacht voor multifunctionele schoolgebouwen en voor klimaat, duurzaamheid en effectieve leeromgevingen)
- toegankelijkheid (o.m. voor mensen met een handicap of chronische aandoening)
- best practices en kennisopbouw rond schoolinfrastructuur (een inspiratiedatabank best practices scholenbouw, het gebruik van de scholenbouwgids)
- het in kaart brengen van het onderwijspatrimonium
- de verlenging van de terugbetalingstermijn voor subsidies van twintig naar dertig jaar in bepaalde omstandigheden
- meerjarige subsidieovereenkomsten voor grote infrastructuurprojecten
- de capaciteitsmonitor
- de verdeling van de capaciteitsmiddelen
- onderzoek naar voorkooprecht voor schoolbesturen in capaciteitsgebieden
- alternatieve financiering van schoolinfrastructuur met het DBFM-programma Scholen van Morgen
- het huidige projectspecifieke DBFM-programma (met een geraamde investeringswaarde van € 550 miljoen voor veertig scholenbouwprojecten verspreid over twaalf clusters
- nieuwe DBFM-programma's
- de mobilisering van spaargelden voor de financiering van nieuwe DBFM-projecten
- de periodieke oproep huursubsidies en huurfinanciering,
- leningen voor infrastructuurwerken van het GO!
- de evolutie naar een multifunctionele infrastructuur en een multifunctioneel gebruik buiten de schooluren
- de openstelling van schoolinfrastructuur
- versnelde subsidies of financiering voor netoverschrijdende infrastructuur
- projectoproepen voor het openstellen van schoolgebouwen, speelplaatsen en sportpleinen
- het model van open campussen
- pilootprojecten klimaatneutrale scholen
- aandacht voor het klimaat in de subsidie- en financieringsvoorwaarden
- de aanmoediging van het gebruik van tools m.b.t. duurzaamheid
- het vergemakkelijken van energie-investeringen
- aandacht voor de renovatiegraad
- effectieve en duurzame leeromgevingen
Kortom, dit masterplan biedt een brede visie op ons onderwijslandschap?
Minister Weyts: Samen met mijn collega’s in de Vlaamse regering ben ik fier dat we maar liefst € 3 miljard, in totaal goed voor duizend renovaties of nieuwbouwen, kunnen vrijmaken voor de Vlaamse scholenbouw. Ongeveer de helft gaat naar de vervanging of vernieuwing van bestaande gebouwen. Zo’n € 360 miljoen gaat naar extra scholen op plaatsen waar een plaatstekort dreigt. Onze focus ligt daar voornamelijk op het secundair onderwijs in Antwerpen, Brussel en de Vlaamse Rand, omdat het aantal middelbare scholieren de komende jaren daar fors zal toenemen. Een derde schijf van zo’n € 320 miljoen kunnen scholen inzetten om gebouwen tijdelijk te huren wanneer ze dringend plaats nodig hebben, zoals bijvoorbeeld tijdens een verbouwing.
Het resterende miljard gaat naar het DBFM-programma waar we in samenwerking met private partners een publiek-private samenwerking opzetten. Samen met private partners staan we in voor het ontwerp, de bouw, de financiering en het onderhoud van het schoolgebouw. Zo konden we de voorbije jaren reeds 182 nieuwe scholen bouwen.
De Vlaamse schoolgebouwen zullen multifunctioneler worden. Er komt een decretaal kader en er komen projectoproepen voor het openzetten van schoolsportinfrastructuur na de schooluren.
Bij de bouw en renovatie van schoolgebouwen gaat veel aandacht naar klimaat en duurzaamheid. Vanaf volgend jaar komt er een projectoproep voor de realisatie van klimaatneutrale scholen.
In hoeverre moet en kan hierbij aandacht besteed worden aan duurzaamheid, toegankelijkheid, energievriendelijke maatregelen (groenere scholen die besparen op uitstoot en de energiefactuur), het klimaat, de inplanting in de omgeving, …?
Minister Weyts: Met investeringen in duurzaamheid besparen we niet alleen op de uitstoot, maar ook op de energiefactuur van de scholen. Daarom investeren we in duurzame scholen, niet als groene fetisj, maar als goede huisvader.
In welke mate kan dit masterplan de Vlaamse economie aanzwengelen? Bestaan er geraamde cijfers of percentages van de ingeschatte invloed hiervan op de economie?
Minister Weyts: Volgens economen zijn overheidsinvesteringen in onderwijs één van de meest doeltreffende manieren om de economie aan te zwengelen. Meer focus op kwaliteit in het onderwijs, een STEM-actieplan en aandacht voor de digitale transformatie zijn stuk voor stuk maatregelen van (inter)nationale organisaties om de productiviteitsgroei op te krikken. Dit zijn hefbomen waar we naartoe willen met ons excellent onderwijs en het zijn de juiste om ook de Vlaamse economie te versterken.
Een grote inhaalbeweging op het vlak van scholenbouw is absoluut nodig (en is al aan de gang), maar is de vooropgestelde injectie van ruim € 3 miljard aan nieuwe investeringen in schoolinfrastructuur niet heel erg ambitieus en wel haalbaar?
Minister Weyts: De uitdagingen met betrekking tot onderwijsinfrastructuur zijn groot en gevarieerd. De totale omvang van het onderwijsgebouwenpark bedraagt ruim 19 miljoen m². Dat park verjongt alsmaar meer. 9% van de schoolgebouwen is de afgelopen vijf jaar gebouwd, het aantal oudere gebouwen neemt af. In 2013 dateerde nog 57% van de schoolgebouwen van vóór 1970; in 2018 was dit maar 49% van het gebouwenpark meer.
De schoolgebouwmonitor van AGION toont dat de helft van het gebouwenpark een zeer goede kwaliteitsscore heeft, maar dat impliceert dat de andere helft veel beter kan. Daarom is het belangrijk om op het vlak van bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne nu meer dan ooit die inhaalbeweging te maken en investeren we € 3 miljard – zoals gezegd een half miljard euro meer dan vorige regeerperiode - om ervoor te zorgen dat elk kind in een gezonde omgeving les kan volgen.
De coronacrisis heeft het nut van online onderwijs aangetoond. Hoe staat u tegenover een eventuele veralgemening van gecombineerd onderwijs en gemengd of buitenschools leren in de toekomst? Dit kan in elk geval de capaciteitsdruk op schoolgebouwen wat verlichten, maar heeft het nog andere voordelen m.b.t. schoolgebouwen?
Minister Weyts: Corona heeft ons ook iets positiefs gegeven. Het afstandsonderwijs was een instrument om diegenen die iets trager wilden gaan, ook bij de les te houden. Je kon letterlijk de les terugspoelen om op eigen tempo de leerstof te verwerken. Het biedt dus mogelijkheden voor diegenen die het iets moeilijker hebben of die een achterstand hebben. Voor zij die een grote appetijt bezitten en/of die dieper willen gaan, geeft dat afstandsonderwijs ook wat honger. Ze worden geprikkeld en uitgedaagd door het aanbod aan extra lessen en een meer verregaande lesinhoud.
Het laat dus toe om meer onderwijs op maat van elke leerling aan te bieden. Afstandsonderwijs is een aanvulling op het klassieke onderwijs, want het beste onderwijs wordt nog steeds gegeven door de leerkracht in de klas.
Er zijn ook economische en energetische voordelen. Wanneer je een klas zo nu en dan afstandsonderwijs geeft, staat het klaslokaal in kwestie immers leeg en hoef je voor die dag bijvoorbeeld geen verwarming of elektriciteit te verbruiken.
Zijn er raakpunten tussen en/of overlappingen met het beleid van Vlaams minister van Wonen en Onroerend Erfgoed Matthias Diependaele inzake scholenbouw en kunnen over beide kabinetten heen op dit vlak synergieën worden opgezet?
Minister Weyts: In Vlaanderen zijn ruim 150 lagere of middelbare scholen en 29 universiteitsgebouwen beschermd. Vele van die gebouwen doen vandaag nog steeds dienst als schoolgebouw, waar er effectief les gegeven wordt. Er zijn dus leerlingen, studenten, leerkrachten en docenten die elke dag leslopen in een stukje erfgoed.
We investeren niet enkel in nieuwe schoolgebouwen, maar ook het historische onderwijserfgoed houden we in ere. Vlaanderen dankt zijn welvaart aan een lange traditie van steengoed onderwijs. We moeten dus blijven investeren in de kwaliteit van ons onderwijs en in de kwaliteit van onze onderwijsgebouwen.
Snel dit artikel gratis lezen?
Maak eenvoudig en gratis een account aan.
-
Lees elke maand een aantal plus-artikels gratis
-
Kies zelf welke artikels je wil lezen
-
Blijf op de hoogte via onze nieuwsbrief